1901-1902 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 34

80 levende stof, als een hoogere soort van organisatie verheft zich de samenstelling der cel. Boven deze komt weer de samenstelling der planten en dieren met nog meer gecompliceerde vereenigingen van millioenen en milliarden cellen, die op de meest verschillende wijzen zijn samengesteld en gedifferentieerd. Wat ter wereld heeft chemische wetenschap, zooals zij nu is, te doen met deze geheel nieuwe wereld van organisaties van de stof, waarop eerst de levens verschijnselen berusten. Wilde de chemicus ook deze onderzoeken, dan zou hi] eerst zelf bioloog, voor alles morpholoog moeten worden, dan echter zouden ook zijn wijze van werken en zijn doel geheel anders en veel meer omvattend zijn. En juist in dezelfde verhouding als de chemie staat de physika tot de biologie. Nu gebruikt de physiologische school nog gewoonlijk met Du Bois —Reymond de volgende argumenten: In de levende wezens, in een cel, zijn geen andere krachten werkzaam dan die, welke de atomen der cellen, koolstof, waterstof, zuurstof, stikstof, phosphor, enz. buiten de cel ontplooid hebben. „Bin Eisenteilchen ist und bleibt dasselbe Ding, gleichviel, ob es im Meteoriten den Weltkreis durchfliegt, im Dampfwagenrade auf den Schienen dahinschmettert oder in der Blutzelle durch die Schlafe eines Dichters rinnt. So wenig wie in dem Mechanismus von Menschenhand, ist in dem letzten Falle irgend etwas hinzugetreten zu den Eigenschaften des Teilchens, irgend etwas davon entfernt worden. Diese Eigenschaften sind von Ewigkeit, sie sind unverausserlich, unübertragbar." „Haben die Atome aber keine anderen Krafte entfaltet, so sind eben alle Vorgange in der Zelle physisch-chemischer Art, wie in einem Reagierglase." (In dezen zin heeft Du Bois-Reymond nog in zijne laatste voordracht gesproken bij het feest van den verjaardag van Leibniz — Sitzungsber. der Königl. Preuss. Akad. d, Wissensch. 1894). Zoo ongeveer argumenteert men van 't standpunt „Alles in de wereld chemie en physika." Wij zeggen daartegen dat het begrip atoom alleen een fictie is, die voor de tegenwoordige wetenschap wettig is, dat men van de som der eigenschappen en krachten van een „Atom an sich" niets weet, nog minder hoe uit de eigenschappen en krachten van verschillende soorten van atomen de eigenschappen en krachten van zijne verbindingen volgen. Dat uit de eigenschappen van de koolstof, verbonden met de eigenschappen van zuurstof, waterstof, stikstof, enz. in bepaalde verhoudingen eiwit moet ontstaan is een proces, dat wezenlijk even onbegrijpelijk is, als dat uit verschillende eiwitlichamen bi] bijzondere organisatie eene levende cel ontstaat. Daarom geven we bij de vraag, die ons hier bezighoudt, er de voorkeur aan, zoowel het begrip „atoom" als ook het zoo buitengewoon

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen