GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 54

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

46

J. R. VAN DE FLIERT

De totale hoeveelheid structurele verandering, die nu sinds het begin van het Eoceen is opgetreden, is dus 85 maal zo groot als de verandering van Equus scotti tot Equus caballus gedurende het Pleistoceen. Op grond van een schatting van de verandering in andere phyla komt Matthew tot de conclusie, dat de lengte van het Palaeoceen ongeveer 10—15 maal die van het Pleistoceen moet zijn geweest, zodat de duur van het gehele Tertiair door hem geschat wordt op 100 maal de duur van het Pleistoceen. Op grond van dergelijke vergelijkingen is Matthew van mening, dat het hele Mesozoicum ongeveer vier maal zo lang moet zijn geweest als het Tertiair. Nu variëren de schattingen van de ouderdom van het Pleistoceen van 5000 tot meer dan 1.500.000 jaar. Matthew zelf acht een waarde van 100.000 jaar voor het Pleistoceen, 10.000.000 voor het Tertiair en dus 40.000.000 voor het Mesozoicum het meest acceptabel. Volgens de meest moderne opvattingen is de ouderdom van het Tertiair 70.000.000 jaar. Om voorzover mogelijk een inzicht te krijgen in de mate van betrouwbaarheid van Matthew's methode, is het interessant de tabellen te vergelijken, die G. G. Simpson geeft in zijn „Tempo and Mode in Evolution" (Columbia University Press; second printing 1947, pag. 18 en 19): Table 4. Genus : A B C D Equus 10 7 6 1 Pliohippus 10 11 10 1 Merychippus 15 18 6 3 Parahippus 5 5 4 1 Miohippus 5 5 1 ^V2 Mesohippus 15 16 4 4J/. Epihippus 10 9 5 2 Orohippus 10 9 5 2 Hyracotherium Deze afstammingsreeks vertoont een klein verschil met die van Matthew: Hipparion is vervangen door Pliohippus, omdat men meent dat Pliohippus dichter bij de directe afstammingslijn staat dan Hipparion (de evolutiestadia van beide zijn volgens Simpson ongeveer gelijk). Men meent verder dat Hyracotherium en Eohippus synonymen zijn. De getallen onder A zijn de waarden voor de hoeveelheid structurele verandering sinds het voorgaande stadium volgens Matthew. Onder B zijn dergelijke waarden aangegeven, evenwel gecorrigeerd naar de nieuwere inzichten. Onder C vindt men schattingen omtrent de tijdsduur (in millioenen jaren en met andere methoden verkregen) waarin de corresponde-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 54

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's