GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 55

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

GENEESKUNST EN EXISTENTIALISME

39

ziekte het vroegere fatale karakter ontnemen? Geen wonder, dat deze enorme vooruitgang der medische wetenschap grote invloed gehad heeft op de morbiditeit en mortaliteit, alsmede op de levensduur van het mensdom. Om slechts enkele cijfers te noemen: voor Nederland bedroeg de algemene mortaliteit in 190(1, 17,9 per 1000 inwoners; in 1957 was dit 7,5. De zuigelingensterfte daalde in diezelfde periode van 155,3 per 1000 levend geboren kinderen op 17,2. De gemiddelde levensduur bedroeg volgens de sterftctafels over de periode 1900—1909 bij de geboorte voor mannen 51,0 jaar, voor vrouwen 53,4 jaar; over de periode 1953—1955 waren deze getallen resp. 71,0 en 73,9 20). Uit deze summiere weergave van hetgeen op medisch terrein dt laatste jaren is bereikt geworden, laat zich gemakkelijk afleiden, dal een medicus inderdaad alle reden heeft tot optimisme. Want al zal het wel niet zo mooi worden als S o r s b y voorspelde, dat n.l. in de toekomst in een alomvattende gezondheidsdienst behandeling van ziektegevallen niet anders zal zijn dan het repareren van een af en toe voorkomend „ongelukje", dat eigenlijk niet (meer) mag gebeuren, niettemin zijn er gegronde verwachtingen, dat enkele tot nog toe helaas ongeneeslijke ziekten, vroeg of laat te genezen zullen zijn en sommige onvermijdelijke complicaties voorkomen kunnen worden. Er is vervolgens nog een reden waarom de geneesheer geen pessimist is of kan zijn en wel omdat hij dagelijks, naast veel ellende ook veel blijdschap en vreugde ontmoet. Welke medicus kent niet de vreugde van hen, die na ernstige ziekte weer hersteld het leven ingaan? Wie onder de artsen heeft niet ondervonden de blijdschap van de moeder, die een welgeschapen zoon of dochter het leven schonk? En welke medicus heeft niet meegemaakt de opgewekte stemming van patiënten, die verlost waren van hevige pijn of heftige benauwdheid? Neen, voor pessimisme is in ons beroep geen plaats en mag ook geen plaats gegeven worden, want de zieke verlangt naar een dokter, die hem moed inspreekt en niet naar een geneesheer, die zwartgallig is. Volgens D e L i n t staat ergens in een tekst uit de middeleeuwen: „De arts moet vrolijk zijn". „Wanneer", zo vervolgt hij, „een opgewekte geneesheer in de ziekenkamer komt, dan is het alsof in een duister vertrek de lamp wordt aangestoken. Waar tevoren angsten en moedeloosheid heersten, daar wordt opnieuw moed geschept en de zieke gevoelt zich weder gesterkt". Inderdaad, een gezond optimisme werkt weldadig op de zieke in en een vrolijke dokter is op zichzelf al een medicijn voor de kranke. Nie-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 55

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's