GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 77

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZELFKRITIEK IN DE NATUURWETENSCHAPPEN

57

iemand anders, geleid worden, dan door de Natuur, waarmede door Lack waarschijnlijk het onderzoek van de natuur bedoeld is. Toch is de situatie niet zo ontmoedigend, als de indruk die ik misschien in mijn betoog heb gewekt. Zelfkritiek: kritiek teneinde zich zelf te leren kennen, loopt uit op de uitnodiging zich rekenschap ervan te geven wie de mens is. Door de achtergrond van elk natuurwetenschappelijk onderzoek bij de wetenschap-beoefenende mens zelf te zoeken, wordt de ultimale vraag van elke wetenschapsbeoefening, die van de mens zelf: Wie? Waar vandaan? Waarheen? Dat de bestemming van de mens het uiteindelijke probleem, ook van de natuurwetenschap is, wordt in recente tijd door een toenemend aantal biologen onderkend. Doch hoe zal een bioloog, die ook als vakgeleerde zich met de problemen rond het „waar vandaan — en — waarheen?" heeft bezig te houden, dit probleem formuleren? Moet het zijn zoals de Franse bioloog Jean Rostand dat deed, in zijn, vrijwel geheel aan de mens gewijde „Pensees dun biologiste" (Parijs, 1954), „L'homme, ce pauvre singe condamné a faire l'homme...." (p. 110) en op de laatste bladzijde uitlopend in „Vivre, c'est jouer aux quatre coins avec ses angoisses" (p. 254)? Of moet het daarentegen zonder enige opvallende emotie zijn, geheel passend in het gevoelloze kader der exacte wetenschappen: zoals door G. G. Simpson, professor in de palaeontologie van vertebraten (gewervelde dieren) aan de Harvard University (U.S.A.), waarbij hij het in een rede voor de „American Association for the Advancement of Science" in 1959, heeft over de strekking en de wijddragendheid van het feit van evolutie en de verantwoordelijkheid van de mens, als: „the only moral animal": „It is a characteristic of this world to which Darwin opened the door that unless most of us do enter it and live maturely and rationally in it the future of Mankind is dim indeed — if there is any future" (The New Scientist, 7 (164), 1960, p. 29). Deze uitspraak toont een opvallend gebrek aan zelfkritiek, want „rijp" of „gerijpt" leven vraagt al naar vooronderstellingen, die niet door het „rationally living" van de auteur kunnen worden vervuld. „Rijp leven" vraagt naar een toekomst of een doel van het rijpingsproces. Het is uiteraard een lichtere taak om het ontbreken van blijken van zelfkritiek bij andere onderzoekers en auteurs aan te wijzen, dan dit bij zichzelf te constateren. Hierboven trachtte ik dit reeds uit te beelden met de pessimistische woorden, dat geen beoefenaar der exacte

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 77

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's