1961 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 44

28

J. DE VRIES

kortst mogelijke termijn de nodige mankracht en de nodige middelen te vinden, de beste waarborgen hebben voor het op peil houden van hun welvaart. De kommissie Dalmulder heeft wat de wetenschappelijk gevormden betreft, de prognose, dat in 1975 de totale bezetting aan natuurkundigen, scheikundigen en biologen bij industrie en onderwijs een getal zal zijn van de orde van 8500. In het jaar 1980 kan worden verwacht, dat dit aantal van de orde van 11.000 zal zijn. Deze getallen lopen ongeveer parallel met de toename van het energieverbruik, met de toename van het aantal wetenschappelijke publikaties enz. De kommissie Casimir heeft deze interessante gegevens ook verzameld. Of aan deze wensen kan worden voldaan, hangt af van een ander maatschappelijk aangrijpingspunt van de natuurwetenschappen, nl. dat van het onderwijs. Ik heb daar in mijn betoog al eerder op gezinspeeld. Immers, indien de resultaten van de natuurwetenschappen in brede lagen van de bevolking een duidelijke responsie ontmoeten, dan zal een toenemend aantal jonge mensen zich tot de beoefening van deze natuurwetenschappen voelen aangetrokken. De inspiratie om deze opleidingen te volgen, moet komen van hen, die het onderwijs hebben te geven. De verantwoordelijkheid voor deze inspiratie ligt reeds bij de instellingen voor middelbaar en voorbereiden hoger onderwijs. Het zou te ver voeren om daar in dit verband diep op in te gaan. Ik mag het echter niet ongenoemd laten, omdat tenslotte voor de struktuur van de samenleving het niveau en de inhoud van het onderwijs een medebepalende faktor is. In de naaste toekomst zal het tekort aan wetenschappelijke werkers, op welke basis de schattingen dan ook worden gemaakt, aanzienlijk zijn. Het tekort aan wetenschappelijke werkkrachten binnen de industrieën zal nog groter zijn. Dat betekent dat voor de zuivere wetenschap de kans bestaat naar verhouding een nog kleiner aantal beoefenaars te vinden. Ligt het misschien mede daaraan dat overkoepelende inzichten bij de huidige stand van zaken zo weinig op de voorgrond treden? Nog een andere bedenkehjke verschuiving is dat het aantal afgestudeerden, werkzaam bij het onderwijs in al zijn geledingen, relatief

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen