1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 284

232

WISKUNDIGE TAAL

het reeds eerder — is op het ogenblik onderhevig aan een snelle en expansieve groei. Wie onder deze omstandigheden wiskundige wü worden zal niet alleen moeten leren bestaande bewijzen te begrijpen, te waarderen en te reproduceren; hij zal er ook toe gestimuleerd moeten worden zelf aan de slag te gaan, zelf problemen te zoeken, stellingen te vermoeden, bewijzen te creëren. Misschien zijn de talenten hiervoor niet iedereen in gelijke mate aangeboren; het is echter mijn stellige overtuiging dat enerzijds het slechts zeer weinigen gegeven is zo maar, spontaan, in isolement, nieuwe wiskunde te genereren, maar dat anderzijds bij veel grotere groepen de wiskundige creativiteit in andere Schone Kunsten, gestimuleerd, geoefend, gericht en ontwikkeld kan en moet worden. In een poging een stap te zetten in deze richting is het Wiskundig Seminarium enige tijd geleden overgegaan op een stelsel van werkgroepen. In opzettelijk zeer klein gehouden groepjes wordt getracht via het bespreken van recente artikelen belangstelling te wekken voor de wordende wiskunde en contacten te leggen met problemen die nog openstaan of waarvan de geboden oplossing kennelijk nog provisorisch is. Deze werkgroepen vragen veel tijd, in ieder geval van de docenten, en, als ze goed functioneren, ook van de studenten. Zij vergroten ook de reeds bestaande behoefte aan een uitgebreide wetenschappelijke staf. Deze inspanning en deze kosten zijn zij echter zeker waard als zij studenten, stafleden of docenten stimuleren tot een eerste zelfstandig onderzoek of tot een hernieuwd bezig zijn. Het behoeft niet gezegd te worden dat hierbij een goede bibliotheek en een leeszaal waarin recente afleveringen van vaktijdschriften uitnodigend klaar liggen, belangrijke, zo niet onmisbare hulpmiddelen vormen. Daarnaast kunnen contacten met anderen die zich met dit vakgebied bezig houden zeer verrijkend werken. Het is daarom bijzonder prettig, zowel voor de studenten als voor de stafleden en andere docenten, dat wij hier in Amsterdam tot dergelijke contacten zoveel gelegenheid hebben. Het Mathematisch Instituut van de Universiteit van Amsterdam en het Mathematisch Centrum zijn niet alleen geografisch nabij en voor ieder die niet aan het Openbaar Vervoer overgeleverd is, gemakkelijk bereikbaar: de bestaande contacten met deze instellingen zijn bijzonder prettig en hebben ons reeds menige waardevolle dienst bewezen. Overigens wordt met name van de mogelijkheden die het Mathematisch Centrum biedt nog lang niet genoeg gebruik gemaakt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen