1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 144

108

DE LEVENSSTROOM

zeggen en doen, ligt de nadruk op een volkomen onderworpenheid aan de wil van de godheid. De mens speelt een passieve rol. Hij kan niet bij de godheid komen, maar de godheid wel bij hem. Bij een dergelijke relatie tussen God en mens ligt het voor de hand, dat de profeet meer invloed heeft dan de priester" (pag. 277-278 ned. vert.). Ik citeer enkele pagina's verder: „De religie lijkt inderdaad een fundamentele trek in de geest van de mens te zijn, iets dat zo krachtig kan zijn als elke andere drijfveer. Weinigen zullen bestrijden, dat godsdienstoorlogen of de strijd tussen ideologieën bitterder zijn dan oorlogen om economische redenen. Wij moeten dan ook niet vergeten, dat degenen, die in zulk een conflict tegenover elkaar staan, mogelijk door gebrek aan een algemeen aanvaarde wetenschappelijke theologie worden voortgedreven door verschillende opvattingen van God, die zij elk in hun vooringenomenheid hartstochtelijk als de juiste verdedigen. Het zou mij niet verbazen als de wortels van de religie veel verder teruggingen in de biologische geschiedenis dan men gewoonlijk aanneemt, en dat zij inderdaad deel uitmaakt van de aard van de levende stroom zelf" (pag. 280-281 ned. vert.). En nogmaals citeer ik: „Ik heb gezegd, dat de macht, die wij God noemen heel goed fundamenteel verband kan houden met het evolutieproces. Ik hoop, dat ik daarmee niet de indruk maak dat het denkbeeld van God wil kleineren; wat ik geloof, is dat de levende stroom evenzeer goddelijk als stoffelijk van aard is. Naar mijn mening is de associatie van liefdesgevoel met devotie, die naar voren komt in de gebedscommunicatie met het goddelijke, van veel meer belang dan men denkt; wie werkelijk vroom is, benadert de godheid als een persoon. Ik maak mij niet bezorgd, als de psycholoog mij zegt, dat dit alleen maar de projectie van een liefdesrelatie tussen kind en ouder in de volwassenheid is: Onze Vader^ die in de hemelen zip. De psycholoog zal ongetwijfeld gelijk hebben, maar dat verklaart alleen de vorm van de benadering en doet niets af aan de werkelijkheid van de kracht en de heerlijkheid. Geen bioloog zal ontkennen, dat twee van de grootste krachten in de natuur die van de geslachtelijke aantrekking en die van de binding tussen ouder en nakomeling door ouder- en kinderliefde is. Een dergelijke liefde, zelfs de geslachtelijke liefde, wanneer zij niet door de mens wordt misbruikt en in wellust veranderd, kan op een lager plan verwant zijn aan dezelfde goddelijke macht die wij kennen in onze gemeenschap met wat wij God noemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen