1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 31
A. C. DROGENDIJK
15
Er zijn echter anderen die zich met recht afvragen, of nu werkelijk in zo'n vroeg stadium al van een individu, een menselijk wezen, gesproken kan worden. Bij de conceptie, aldus de redenering, is wel een vruchtbeginsel aanwezig, maar de vrucht heeft zich nog niet gezet. Ten tijde van de ontvangenis herbergt de vrouw wel een bevrucht eitje in haar schoot, maar zij is nog niet zwanger in de eigenlijke zin van het woord, omdat de moederschoot nog geen noemenswaardige veranderingen vertoont. Pas wanneer de nidatte, de innesteling van het bevruchte ei in de baarmoederwand heeft plaats gevonden, zijn alle voorwaarden aanwezig voor een ontwikkeling van een menselijk wezen. Vóór dit tijdstip was er wel leven, maar alleen biologisch leven en geen menselijk leven. Of zoals S p o r k en het formuleert; vanaf de conceptie is potentieel, maar vanaf de nidatie feitelijk, individueel menselijk leven aanwezig. Om deze reden kan pas na de implantatie (4e-6e dag na de conceptie) van een individu gesproken worden. Ter staving van deze mening voert S p o r k e n de volgende argumenten aan ontleend aan T h i a d e n s , B o c k l e en Koester. Wat het genotype betreft, aldus T h i a d e n s , is de bevruchting het beslissende moment, want op dat ogenblik wordt de genetische aanleg eens en vooral vastgelegd. Wil echter deze aanleg uitgroeien tot een optimale persoonsvorming, dan zijn daarvoor nodig individueel aangepaste omstandigheden zoals voeding, verzorging, bescherming, liefde, onderwijs enz. Met de nidatie nu neemt de morfogenese een aanvang: de gastrulatie begint, de kiembladen ontstaan. Weliswaar vindt reeds vóór de innesteling differentiatie plaats, maar deze differentiatie is nog reversibel; de cellen blijven totipotent, er vindt nog geen morfogenese plaats. Pas na de nidatie vindt een differentiatie plaats die irreversibel is. Hieruit volgt dat de innesteling de conditio sine qua non voor de orgaanaanleg, voor de eigenlijke menswording is. Zoals het mens-zijn essentiële relatie is tot de omgevende wereld, is ook de vrucht wezenlijk tot een voedingsbodem gerelateerd. Om die reden, zo vervolgt T h i a d e n s , moeten wij het z.g. „onafhankelijke leven" van de bevruchte eicel op weg naar de baarmoeder niet verabsoluteren. Het is daarom niet juist het onderscheid tussen bevruchting en innesteling een schijnredenering te noemen, omdat in biolo-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's