GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 210

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

158

BOERHAAVE EN DESCARTES

de Cartesianen genoemd — in 1718 in een dissertatie van zijn leerling Chaufepié een felle aanval op de beroemde Boerhaave deed richten, welke zoveel verontwaardiging wekte, dat de Franeker Curatoren hun professor opdroegen verontschuldiging aan Boerhaave aan te bieden. Welke waren nu Boerhaaves bezwaren tegen Descartes? In zijn autobiografische aantekeningen, welke Schultens raadpleegde voor zijn hoogdravende, maar historisch zeer betrouwbare gedachtenisrede over Boerhaave, op 4 november 1738, 6 weken na zijn dood gehouden, iioteerde Boerhaave hoe hij juist in zijn studiejaren, toen hij zich ook op de godgeleerdheid toelegde en dagelijks de kerkvaders las, het zo betreurde, dat de leringen der „overnatuurkundigen", met name Descartes, de Heilige Schrift wilden verstaan naar hun principes, hetgeen tot zo heftige twisten aanleiding gaf. Zij zeiden wel, dat de Schrift van God op menselijke wijze, maar in goddelijke zin moest worden uitgelegd, maar dit laatste deed elk naar wijsgerige beginselen. Het deistisch determinisme van de Franse wijsgeer wees hij af. Hij had tegen het Cartesianisme theologische en religieuze bezwaren. De natuur der ziel bleef hem een leven lang boeien, met name tijdens zijn laatste ziekte. Een paar weken voor zijn heengaan, had hij in het lommer van Oud-Poelgeest met zijn vriend Schultens er een lang gesprek over; waarin hij zei wel begrepen te hebben dat de ziel haar eigen beginsel van denking had, maar op een voor altijd onverklaarbare wijze toch door de aandoeningen van het gemoed werd beïnvloed. Dat betekent een zekere mitigatie van Descartes' scherpe scheiding tussen geest en stof, ziel en lichaam. Het is trouwens opmerkelijk, dat deze laatste zelf in zijn beroemd Discours de la methode (1637) juist aan die invloed van de gemoedsaandoening op het lichaam ruime aandacht wijdde! Pater de Groot heeft in zijn Denkers over ziel en leven Boerhaave voorgesteld als één der grote getuigen van de ziel, wat misschien ook weer te sterk gezegd is. Zeer ernstige kritiek had Boerhaave op Descartes' natuurkundige uiteenzettingen. Hij eerde de wijsgeer — die, als jong soldaat, in Breda een wiskundig vraagstuk had opgelost, dat iemand in arren moede in het openbaar had aangeplakt als een uitdaging aan een ieder — als een geniaal mathematicus, die geometrie en dioptrica enorm had vooruit gebracht. Maar wat was er van zijn onbevooroordeeldheid, zijn principiële twijfel, gebleven op het gebied der natuurkunde? Wat Descartes de peripatetici had verweten: dat door hun grondbeginselen géén probleem uit de fysica tot verklaring kon

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 210

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's