De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 135
PROF. DR J. F. KOKSMA 123
buitengewoon hoogleeraar was verbonden, werd benoemd tot ge-
woon hoogleeraar in de Theologische Faculteit. Ik heet al deze
heeren, voor ons overigens geen van allen onbekenden, in ons
midden, hartelijk welkom.
Als men nu nog bedenkt, dat de Economische Faculteit op een
haartje na ingesteld zou zijn geworden (het ging om redenen, buiten
den wil van Directeuren gelegen, niet door), dan ziet ge, dat een
zeker optimisme aan onze Bestuurderen niet vreemd is.
Is zulk een optimisme ook op zakelijke gronden gerechtvaardigd?,
zult ge zeggen. Ik heb mijzelf die vraag ook gesteld, en gedachtig
aan het inkomstentekort van ƒ 250.000 over de beide laatste jaren,
dat ik U reeds noemde, mijn oor eens te luisteren gelegd bij de
administratie onzer Vereeniging.
N u is het duidelijk, dat men twee dingen moet scheiden: de in-
komstenderving van 2V2 ton is een tekort, dat afzonderlijk dient
te worden gedekt; de vernieuwingskosten van gestolen goederen
vergrooten dit tekort, maar geen van deze bedragen mag de exploi-
tatiekosten van de toekomst drukken, wil de Vrije Universiteit
zich ontplooien in overeenstemming met haar taak. Evenwel, voor
een uitbouw, zooals in de medegedeelde benoemingen bevat en
zooals nog verder noodig zal zijn met het oog op het snel naderende
1955, waarin de vijf faculteiten compleet moeten zijn, zal het con-
tributiebedrag, zooals dat in 1940 was, zelfs al neemt men er niets
van af ter dekking van de tekorten, bij lange niet voldoende zijn.
Dit zal dan veel hooger moeten zijn. De vraag is dus: hoe is het
verloop der contributie sinds 1940 geweest, m.a.w. op welke be-
dragen kan de penningmeester in de toekomst ongeveer rekenen?
En nu blijkt, dat de administrateur met zijn Bureau en de staf van
correspondenten niet hebben stilgezeten! Integendeel, mij is ge-
bleken, dat er ondanks allen druk, hard is doorgewerkt. Ik vergelijk
thans in ronde cijfers den toestand van 15 Mei 1940 met dien van
15 Mei 1945 en bereid U voor op verrassingen.
Het aantal leden en begunstigers onzer vereeniging bedroeg in
1940: 47500 thans 59250, steeg dus met een kwart. Het aantal
leden steeg van 1859 op 3676, verdubbelde dus.
Het aantal busjeshoudsters steeg van 26000 op 38250, steeg dus
met de helft.
Hoe uitte zich de vergrooting van het contribuantental in de
contributies? Deze bedroegen rond ƒ 140.000 in 1940 en ƒ 215.000
in 1945; ze stegen dus met de helft.
Men kan, zoekend naar de middellijke oorzaken van dit succes.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's