Vijfenzeventig jaar Vrije Universiteit - pagina 101
Gedenkboek bij het vijfenzeventig-jarig bestaan der Vrije Universiteit te Amsterdam
per jaar gaven) afnam en het aantal begunstigers sterk toenam;
daarop wijst ook het feit, dat het gemiddeld contributie-bedrag van
1886 op 1887 daalde van ƒ 4.— tot ƒ 2.50. Een niet onbelangrijke
daling in één jaar tijds. De oorzaken laten zich vermoeden: enerzijds
is door de Doleantie ook de „kleine m a n " zich zijn verplichtingen
duidelijker bewust geworden; anderzijds vroeg het stichten en onder-
houden van de nieuwe Ned. Gereformeerde kerken zo grote offers,
dat de contributies voor de V.U. klein moesten zijn. Maar dat de
liefde niet klein was, bewijst een nieuwigheid van die jaren: de bloei
der dusgenaamde halve-stuivers-verenigingen. Rotterdam had hier het
voorbeeld gegeven. De halve stuiver (in de volksmond nog vaak plak
of vierduitstuk genoemd) was een muntstuk, dat minder voorkwam
dan de cent of het dubbeltje. Als men die plakken, die men zo nu en
dan ontving, eens voor de V.U. reserveerde? Een stuiver was misschien
wat veel, maar zo'n halve stuiver? — De actie sloeg in: Maassluis,
Den Haag, Haarlem, KoUum, Groningen, Hilversum, Dordt en Am-
sterdam volgden spoedig het Rotterdamse voorbeeld. De opbrengst,
in het eerste jaar reeds twaalfhonderd gulden, werd speciaal voor het
hospitium bestemd. Belangrijker dan het bedrag is de vindingrijke
liefde, die uit deze actie bleek; zoals die vele jaren later spreken zou
uit de busjes-actie.
Bij de getallen, hoe leerzaam ook, kunnen we niet blijven staan.
Belangrijker zijn de mensen. O p dat punt is de Doleantie een bittere
gebeurtenis voor de V.U. geweest.
Aan de top van de organisatie moest de V.U. vier mensen missen:
de directeur-secretaris J. C. Fabius, de directeur G. H. L. Baron van
Boetzelaer, de curator Ds J. W. Felix en de hoogleraar en mede-
oprichter Dr Ph. J. Hoedemaker. Het betreft hier mannen, die van de
aanvang af met grote liefde de zaak ener Gereformeerde universiteit
hadden voorgestaan en gediend en die in het bewogen jaar 1886 bij
het vaandel waren gebleven, ook in 1887 nog in functie bleven, maar
in 1888 bedankten.
De directeur-secretaris Fabius had in de moeilijke jaren '86 en '87
de V.U. met volle overtuiging gediend, maar hij stelde zich niet meer
herkiesbaar. Zijn drukke werkzaamheden — hij was onder meer lid
van de 2e Kamer — werden als reden voor zijn heengaan genoemd,
maar openlijk sprak men uit, dat zijn sympathie voor de V.U. niet
meer dezelfde was als voorheen.
Baron van Boetzelaer was directeur sinds de oprichting. In 1886
97
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955
Publicaties VU-geschiedenis | 238 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955
Publicaties VU-geschiedenis | 238 Pagina's