De vrijheid van het bijzonder onderwijs - pagina 166
Academisch proefschrift ter verkrijging van de graag van doctor in de Rechtsgeleerdheid aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
tegen het eventuele onthouden van goedkeuring door de minister toege-
kend.3^0
Het wetsontwerp besteedde afzonderhjk aandacht aan de positie van de
academische ziekenhuizen. Kort tevoren was de wet Status Academische
Ziekenhuizen bij de openbare universiteiten^"*' tot stand gekomen, waarin
bepalingen waren opgenomen met betrekking tot het financiële beheer van
deze ziekenhuizen. Overeenkomstige voorzieningen werden nu ook ten aan-
zien van de academische ziekenhuizen bij de bijzondere universiteiten ge-
troffen. Anders dan de openbare academische ziekenhuizen werd echter aan
de bijzondere academische ziekenhuizen geen rechtspersoonlijkheid toege-
kend. Dat kon de wetgever overigens ook niet doen, omdat deze academische
ziekenhuizen evenals de bijzondere universiteiten en hogescholen uitgaan van
een privaatrechtelijk rechtspersoon.^'*^ Met het oog daarop werden ver-
schillende bevoegdheden en verplichtingen met betrekking tot de inrichting
van de begroting, de rijksbijdrage, de jaarrekening, de aan ministeriële goed-
keuring onderworpen besluiten, de tariefstelling en het recht van beroep op
de Kroon, niet, zoals bij de openbare academische ziekenhuizen, toegekend
aan een orgaan van het ziekenhuis zelf, maar aan ziekenhuisbesturen, die
door de besturen van de rechtspersonen, waarvan deze academische zieken-
huizen uitgaan, moesten worden aangewezen.^"^
Aan het slot van het wetsontwerp werd voorgesteld te bepalen, dat het
financiële gedeelte van het ontwerp m.i.v. 1 januari 1971 in werking zou
treden. In afwijking daarvan zou het rijk over de jaren 1968—1970 de kosten
van de gemeentelijke universiteit te Amsterdam en van de vier bijzondere
universiteiten en hogescholen al wel voor de volle 100% voor zijn rekening
moeten nemen.^"^^
III.7.4.2. De behandeling van het ontwerp
Terwijl het wetsontwerp van studentenzijde^"' weldra het predikaat
'terloopse centralisatie' kreeg opgespeld, toonden zowel de besturen van de
340. Art. 110 van het ontwerp.
341. Wet van 28 augustus 1969, Stb. 389. Oorspronkelijk was niet aan een wettelijke
regeling van de status van de academische ziekenhuizen gedacht. Nog in 1963 werd een
ontwerp-regeling opgesteld, die uitging van een nevenschikking van academische zieken-
huizen en universiteiten; de uiteindelijk in de wet opgenomen regeling gaat daarentegen
uit van een beperkte onderschikking.
342. Mr. dr. J. Vermeyden/prof. mr. J.M.M. Maeijer: 'Juridische problemen in en rond
het ziekenhuis', serie Medisch Recht deel 4, 1971. Beide auteurs menen, dat ook de bij-
zondere academische ziekenhuizen onder de wet Status zouden moeten vallen.
343. Na het inwerkingtreden van de 100%-wet werden de bijzondere academische
ziekenhuizen als financieel volledig gescheiden instellingen van wetenschappelijk onder-
wijs beschouwd; voordien vormden zij met de bijzondere universiteiten één geheel en
vielen onder één begrotingsartikel. Het financieel beheer van de bijzondere academische
ziekenhuizen is nagenoeg gelijk aan dat van de openbare; vgl. artt. 111 —llóter en
116sexies wet WO met artt. 100-110 wet W.O.
344. De wet Status trad voor het Academisch Ziekenhuis te Amsterdam op 1 oktober
1970 in werking; Stb. 1970, nr. 456.
345. Aan de VU werd een brochure verspreid met daarin zowel de opvattingen van stu-
dentenzijde als van het college van directeuren. De studenten zagen het ontwerp als de
genadeslag voor de vrijheid van onderwijs en wetenschap.
154
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 1978
Publicaties VU-geschiedenis | 264 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 1978
Publicaties VU-geschiedenis | 264 Pagina's