De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 93
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
Goslinga, die in Leiden had gestudeerd, liet in zijn rede over
Koning Willem I ak Verlicht Despoot duidelijk blijken, dat hij van de
vervolgde Afgescheidenen afstamde. Van Schelven was een zoon
van de Amsterdamse doleantiedominee B. van Schelven, die zowel
president-curator van de VU alsook van de Theologische School te
Kampen was. De publikaties over de bloeitijd van het Calvinisme
van Van Schelven pasten nog het beste in het programma van de
VU, door Kuyper beschreven in de Publicatie van den Senaat over
de 'Gereformeerde beginselen'.
Als we ons afvragen wie, behalve Bavinck, in de gereformeerde
kring ook door de wereldoorlog geestehjk was geraakt, evenals de
jonge Karl Barth in Zwitserland, dan zou ik op het verschijnen in
1919 van twee boeken willen wijzen. De latere dogmaticus van de
VU en die van Kampen, schreven allebei over een eschatologisch
onderwerp: ds. V. Hepp over De Antichrist en ds. K. Schilder over
Wat is de Hel? In opzet en uitwerking, met systematische doorden-
king van een beperkt aantal bijbelgegevens, leken beide boeken op
elkaar. Van beide werken verscheen spoedig een tweede, herziene
uitgave. De gruwelen van de Grote Oorlog werden in beide boeken
dogmatisch verwerkt en ingepast in het handelen van de soevereine
en rechtvaardige God tegenover de opstandige schepselen.
Schilder had echter al in 1913 als student over de hel nagedacht
als pendant van de hemel. Als student moest hij een preekschets
leveren over de tekst 1 Petrus 1 vers 4b en 5a. Aan het einde van
zijn leven herinnerde Schilder daaraan. Hij schreef toen: 'Sedert
dien wil den toenmahge student die parallellie niet meer uit het
hoofd, die er Ugt tusschen 1 Petrus 1 en 2 Petrus 2.' Hij duidde
daarmee op de verkiezing in 1 Petrus 1: 'Naar zijn raadsbesluit
heeft Hij ons voortgebracht door het woord der waarheid, om in
zekeren zin eerstelingen te zijn onder zijne schepselen' en op de
verwerping in 2 Petrus 2: 'Dezen zijn bronnen zonder water,
nevelen, door eene windvlaag voortgejaagd, voor wie de donkerste
duisternis is weggelegd.' Sedert de tijd van de Grote Oorlog zag
Schilder verkiezing en verwerping, hemel en hel, van eeuwigheid tot
eeuwigheid in een evenwicht met elkaar.
Als laatste twee stemmen uit deze tijd noem ik de dissertaties van
Dooyeweerd en Vollenhoven.
89
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's