De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 391
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
vele stukken uit deel n en enkele uit deel EI daarin te publiceren,
werd een aparte boekuitgave minder nodig.
In dat eerste deel, met de subtitel Het Grieksche Voorspel, gaf
Dooyeweerd een uitgewerkt overzicht van het vorm-materie-motief
in de Griekse wijsbegeerte, vooral in het werk van Plato. Het
merkwaardige is dat Dooyeweerd daarin teruggreep op de 'Duplizi-
tat des Apollinischen und des Dionysischen', zoals Nietzsche die
dialectiek had beschreven in zijn Geburt der Tragödie aus dem Geiste
der Musik. Dooyeweerd greep daarin tevens terug op een artikel
van hem in de studenten-almanak van 1915.
De inleiding van Reformatie en Scholastiek in de Wijsbegeerte,
deel I, gaf een schets van de vier reUgieuze grondmotieven en van
de verhouding tussen rehgieuze en theoretische dialectiek. Daarin
kwam ook de gereformeerde scholastiek in de theologie ter sprake.
Die theologie wilde niet uitgaan van het radicale christelijke
grondmotief en wilde niet weten van een echt gereformeerde
wijsbegeerte. Zij nam liever de niet-gereformeerde wijsbegeerte in
zich op om deze aan haar leer aan te passen om zo de gevaarlijke
tendenzen ervan onder theologische controle te houden.
Dooyeweerd schreef daarover:
Het aanknoopingspunt voor de dualistische scheiding tusschen natuur en
genade zal hier met name worden gezocht in de leer der gemeene gratie,
die in haar verhouding tot die der 'particuliere genade' dan licht in een
twee terreinen-leer zal ontaarden. De gereformeerde beoefenaars van de
niet-theologische wetenschappen, die bij de scholastische theologie geen
bruikbare principieele richtsnoeren voor hun tak van onderzoek vinden,
zullen zich op 'de gemeene gratie' beroepen, om hun aansluiting bij de
gangbare, vermeend neutrale, denkwijze te rechtvaardigen.
Verder ging de aanval op de gereformeerde scholastiek van de VU-
theologen niet. De verdergaande kritiek in deel n en Hl werd niet
in Philosophia Reformata gepubliceerd. Bij die tijdschrift-pubUkaties
het Dooyeweerd de bestrijding van Hepp en de gereformeerde
scholastiek in portefeuille. Het moet Dooyeweerd dus verrast
hebben dat één van zijn oud-leerlingen en collega's, LA.
Diepenhorst, de argumenten van Hepp weer te voorschijn haalde
als zijn eigen inzicht. In 1953 schreef Diepenhorst in het G.T.T.
over Een Reformatorische Philosophic getoetst. Hij oordeelde 'dat een
werkelijke bijbelse fundering alleen met behulp van de theologie
aan te brengen is.' De bijbel vraagt gedegen uitleg, schreef
385
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's