De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 386
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
historische methode' de volgende delen, overeenkomstig het
program van Het Calvinisme en de Reformatie van de Wijsbegeerte,
moeten verzorgen.
Deel 1 van deze Geschiedenis der Wijsbegeerte kwam in 1950
gereed, 618 bladzijden dik.
'Wie dit boek ter hand neemt, komt in een stemming waarvoor
onze taal eigenlijk geen woord heeft, en waarvoor het Engels het
mooie woord "bewildered" heeft. Hier wordt met een souvereine
minachting de traditionele benadering van de antieke filosofie
terzijde geschoven en een geheel nieuwe benadering gegeven', zo
begon J. Spema Weiland zijn bespreking ervan in Vox Theologica,
om te eindigen met: 'Al met al schijnt dit boek een adstructie te
zijn van de steUing van sommige simpele lieden dat de wetenschap
tot razernij voert!' Dat woord was echter niet van simpelman maar
van de stadhouder Festus, die als Romein de verdediging van de
apostel Paulus tegenover koning Agrippa niet kon volgen (Hande-
lingen der Apostelen 26 : 24).
Het 'bewilderende' van VoUenhovens boek betrof zijn visie en
aanpak. Hij bezag, uitgaande van een aantal centrale vragen, de
Griekse wijsbegeerte als een geheel dat als zodanig de basis
vormde van het Westeuropese denken. Door die centrale vragen,
bijvoorbeeld over de plaats in zijn filosofie van wat men goddelijk
noemt, van de wet en van de ziel, ontdekte VoUenhoven de
continuïteit met het heden. Was er in de Oudheid mythologiserend
denken geweest, dan wees hij op de verbinding door de eeuwen
heen met modern mythologiserend denken in de gnostiek en het
Nationaal-Socialisme, zoals in Der Mythus des 20. Jahrhunderts van
A. Rosenberg. Die lijnen van continuïteit doorhepen drie grote
tijdperken: de Oudheid, de periode van de synthese met het
Christelijk denken en de periode daarna. Hij detailleerde door deze
tijdperken te verdelen in tijdstromingen. Dat leverde uiteraard een
schema op van typen en tijdstromingen. Dat schema werd
voortdurend aangepast aan de antwoorden die de wijsgeren hadden
gegeven op de vragen die VoUenhoven stelde, terwijl omgekeerd
die vragen werden uitgebreid of ook bijgesteld als de filosofische
teksten daartoe aanleiding gaven. Omdat men niet gewend en niet
bereid was om dezelfde vragen als VoUenhoven te stellen, werd dat
schema volgens de beoordelaars het harnas, waarin VoUenhoven de
geschiedenis wilde dwingen.
380
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's