De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 48
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
jaren 1864-1867 te Beesd zijn overgang tot de calvinistische
orthodoxie, maar met een doperse kern in zijn levensbeschouwing.
Kuyper was een eerzuchtige man, die zich aan de geestelijke
macht van deze orthodoxie gewonnen gaf om die macht in het
vervolg zelf te organiseren en te leiden. Gods wil sprak tot hem
door de calvinistische 'kleine luyden', en nu wüde hij zich daar zó
mee vereenzelvigen dat hij zelf de macht vertegenwoordigde die de
kerk in het gareel moest houden en 'haar moest dwingen 't geluk
des menschdoms te bewerken'.
Het dorp Beesd was deels Rooms-katholiek, deels orthodox-
zonder-diepgang. Een enkele volgeling van Groen aldaar inspireerde
Kuyper evenals de molenaarsdochter Pietje Baltus met haar
piëtistische conventikel. Maar vooral de studie van Calvijn en
Joannes a Lasco bracht hem op het spoor van het Calvinisme in
Nederland. Uit het conventikel kwamen de ideeën van de vinger
Gods, van de onmiddeUijke wedergeboorte, van de noodzaak van
de bekeringservaring en ook de idee van de kerk in de kerk.
Op deze bekering te Beesd volgden vier perioden in het leven
van Kuyper. Zijn theologie, gebaseerd op eeuwige beginselen, bleek
duidelijk dateerbaar. De eerste periode hep van zijn bekering te
Beesd tot de dood van Groen van Prinsterer (1863-1876), de
tweede tot na de Doleantie (1876-1887), de derde van de rede
Tweeërlei Vaderland tot het einde van het ministerie-Kuyper (1887-
1905) en de laatste tot Kuypers dood (1905-1920).
De eerste periode werd gekenmerkt door het wakker schudden
van de kerk en de samenleving. De polemische jonge Kuyper wilde
de kerk reformeren. Daarbij had hij een weekblad en vervolgens
een dagblad nodig. Toen zijn kerkeUjke actie eerst te Utrecht en
daarna te Amsterdam niet het beoogde effect kreeg, schreef hij zijn
Confidentie als apologie. De verklaring van zijn Uefde voor het
kerkehjk vraagstuk werd romantisch verpakt in een verhaal over de
vinger Gods, over zijn bekering en zijn idee van de kerk in de kerk.
In het jaar na deze Confidentie ging Kuyper, met een
kenmerkende poging om in Gods raad in te dringen, over op de
poütiek. Toen zijn optreden als kamerhd ook geen weerklank vond,
kwam hij in een diepe crisis, juist toen Groen overleed.
Als theoloog had hij in deze periode nog vele ijzers in het vuur,
maar het perspectief was al neo-calvinistisch met een doperse kern.
In de tweede periode wijzigde Kuyper zijn strategie. Hij maakte
scheiding tussen De Standaard en De Heraut, tussen politiek en
44
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's