De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 57
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
motieven. Als romanticus zocht hij naar de organische eenheid van ziel
en lichaam. Als wortel van die twee substanties noemde hij het hart, dat
bij hem een romantisch-organische en een bijbels-centrale gedachte
vertegenwoordigde. Maar als mysticus zocht Kuyper in dat hart opnieuw
een religieus centrum, dat bij hem ook ziel of nauwkeuriger: 'ziele'
werd genoemd. In zijn wetenschappelijke werk, de Encydopaedie der
Heilige Godgeleerdheid, staat de dichotomie centraal. In zijn theologische
publikaties zoals Het Werk van den Heiligen Geest, spelen oude
motieven uit de godsdienstgeschiedenis een rol. In zijn latere meditaties,
zoals Nabij God te zijn en Het Heil in ons, probeert Kuyper aan zijn
mystieke neiging een teugel aan te leggen.
Kuyper ging uit van het hart of het 'ik' of de kern der persoonlijkheid
als de wortel van twee stengels en de verbinding van de twee
substanties, van lichaam en ziel. Hij ging dieper op deze wortel in toen
hij mediteerde over het eerste en grote gebod: 'Gij zult liefhebben den
Heere uwen God met geheel uw hart, en met geheel uwe ziel, en met
geheel uw verstand'. Hij zegt dan een en ander over de verhouding van
hart en ziel of ziele. God grijpt niet aan en neemt geen bezit van ons
kennen, willen, zinnen en verbeelden afzonderlijk, maar 'de kennende,
de willende, de peinzende ziel ia haar geheelheid, in haar innerlijke
eenheid en ongedeeldheid, in haar verborgen wezenheid'. De ziel is bij
Kuyper 'het middelpunt van geheel ons innerlijk leven', het hart is 'de
zetel der aandoeningen en gewaarwordingen, de ziel de zetel van het
leven zelf. Het hart is een instrument van de ziel. En in de ziel zit nog
weer de kern van het ik: 'In uw ziel is uw ik en staat uw ik voor het
aangezicht van uw God'.
Van omtrek tot kern vinden we in deze romantische visie: lichaam, ziel,
hart, ziel of ziele, ik of diepste kern der persoonlijkheid of
aanrakingspunt der Heilige Geest.
De liefde voor God zal door het hart genoten worden en door het hart
tot uiting komen, meende Kuyper. 'Daarvoor ontvingt ge dat kostelijk
instrument van uw hart. Maar die dit hart gebruikt en het in zalige
liefde bespeelt, dat is en blijft dan toch uw ik, in het centrum uwer
ziele, in dien diepen ondergrond van uw aanzijn, waar uw persoon leeft
voor het heiUg aanschijn van den Dieëenige.'
Bij zijn beschouwingen gaat Kuyper ervan uit dat de schepping en
herschepping, de natuur en de genade, twee zijden kennen: een
stoffeUjke, uitwendige, waarneembare zijde en een verborgen,
verscholen, inwendige en innerlijke zijde. Het werk van de Heilige
Geest heeft met die inwendige zijde te maken, met het verborgen
beginsel dat 'uit de onpeilbare diepte aller dingen naar boven en naar
buiten' werkt. Het woord 'beginsel', ook gebruikt in de bekende
'gereformeerde beginselen' van de VU, stond bij Kuyper in direkte
relatie met het werk van de Heiüge Geest, met de verborgen wortel
van alle bestaan.
53
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's