De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 66
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
In 1903 verscheen naast De Standaard van Kuyper het dagblad De
Rotterdammer, met als hoofdredacteur mr. A. de Jong. Deze was in
1889, gelijk met Anema, juridisch VU-student geworden. Hij had de
strijd van Kuyper tegen Lohman van nabij meegemaakt en hij was
in de jaren 1893-96 intensief betrokken bij de studenten die zich
tegen het corps keerden, omdat het corps geen grondslag hanteerde
en alle studenten aan de VU opnam. In 1902 promoveerde hij bij
Fabius en toen hij hoofdredacteur was geworden, nodigde hij zijn
promotor uit om artikelen in De Rotterdammer te schrijven. Fabius
maakte daar graag gebruik van om zijn denkbeelden, die afweken
van Kuyper, te propageren. Fabius was tegen de uitbreiding van het
kiesrecht, tegen verpĆ¼chte sociale verzekering en tegen de wijze
waarop Kuyper zich van zijn oppositie in de A.R.Partij afmaakte.
Na de reis om de oude wereldzee en kort voor zijn zeventigste
verjaardag had Kuyper de leiding van de A.R.Partij weer van
Bavinck overgenomen. Daarna werd een conflict met Fabius
pubhek. Getergd door het optreden van Kuyper ook tegenover De
Rotterdammer, schreef De Jong op 9 december 1907 aan Fabius:
En ik verfoei zijn bedriegelijke tactiek. Reeds in 1894 toen hij de Lohman-
quaestie door zijn huurlingen op 't touw zette, en later schreef, dat hij er
zich buiten gehouden had, schrok ik geweldig, wijl ik de ofpcieele stukken
in huis had. En ook toen ik Dr. K. op een zondagmiddag als student
zeide, dat 5 studenten 800 gulden schuld in een bordeel hadden op naam
van gebroeders X... en om optreden daartegen vroeg, verklaarde hij: 'dat
kan de Universiteit niet dragen.'
Kuyper had dus in De Rotterdammer een tegenstander. Zijn leiding
werd betwist door Fabius. Ook was er in bredere kring achterdocht.
Bavinck merkte dat op in een brief aan Kuyper, gedateerd 15 april
1908:
Mijn geweten dringt mij, om U bescheiden mede te deelen, dat ik de
pogingen, in den laatsten tijd van verschillende zijden aangewend om,
zonder vorm van proces, alleen door moties, onware voorstellingen en
verdachtmakingen Prof. Fabius en Mr. de Jong te veroordeelen en tot
zwijgen te brengen, ten diepste betreur. Ik kan niet gelooven, dat Gij die
pogingen uitlokt en steunt, en aan stukken als van Van der Zijden, Croles
e.a. Uw goedkeuring hecht; ze zijn Uwer ten volle onwaardig. Misschien
dienen zij voor een tijd de macht der partij; maar aan haar zedelijk gehalte
brengen zij eene onberekenbare schade toe. In deze overtuiging sta ik niet
alleen; velen deelen ze met mij.
62
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's