Vormen, vorming, gevormd - pagina 101
De Disputorenraad en het Vormingscentrum aan de Vrije Universiteit, 25 jaar retroperspectief
massa op bepaalde punten. Er is overigens een groot verschil met een werkne-
mersvakbond. Een universitaire vakbond bestaat uit "intellectuelen", wat betekent dat
verhalen, het vertoog, het woord meer centraal staan. Ook is er nog een verschil tussen
de VU en andere universiteiten, volgens ons, vanwege het protestants karakter: het
"woord" functioneert veel sterker dan in het katholieke geloof, waar veel meer
"beelden" gebruikt worden. Eenheid in de actie wordt in de politieke vakbond dus voor
een belangrijk deel gevormd door de eenheid van het woord, verhaal of standpunt.
Vandaar ook de noodzaak van het ene juiste, dat de leiding moet hebben. En dus moeten
er mensen worden gerecruteerd, die dat juiste standpunt ook hebben en kunnen
beargumenteren en dit op zo'n manier, dat afwijkende standpunten ontkend ofwel
geëlimineerd worden. Overigens gebeurt dit niet bewust, maar vanuit de noodzaak om
toch vooral een eenheid naar buiten toe te handhaven. Een ander kenmerk vonden wij
in het mechanisme, dat in de massa iedereen formeel gelijk is; waarmee sexeverschillen
dus ontkend worden".
Men deelde nog wel de idealen: "geleerd hebben we o.a. een kritische houding, denken
in machtsverhoudingen, politiek bewustzijn"'. Maar niet meer het geloof in de rela-
tievorm en in de stijl van leidinggeven. De interne kritiek leidde onder meer tot de
opheffing van de themagroep. Ieder wilde weer zijns of haars weegs gaan. Een te strakke
organisatievorm zou de leden teveel in de weg gaan staan. Met meer verschillende
thema's zou men doorgaan vanuit de basis die de themagroep gelegd had, ook in het
Vormingscentrum.
III.3 De raadsledentraittingen
Net als de mentoraatstrainingen bestonden de raadsledentrainingen de ene keer uit een
weekend om intensief te kunnen scholen en te oefenen en volgde er na enige tijd een ver-
volgbijeenkomst. De andere keer was het een training van vijf of zes bijeenkomsten
gedurende een aantal maanden. Met name beginnende fracties konden beter op de laatste
manier begeleid worden; dan kon direct bij hun ervaringen aangesloten worden. In de
training werd aan een zevental punten aandacht besteed:
1. Het overdragen of verdiepen van de opvattingen en ervaringen die op de VU met
het raadswerk waren opgedaan. Het werk werd gedaan door trainers die ervaring
hadden met het raadswerk.
2. Het stimuleren van studenten-raadsleden om problemen onder studenten zelf op
te sporen, problemen aan te kaarten in de studentenorganisatie of de studentenvak-
bond op de (sub)faculteit, de strategie voor de oplossing van een probleem te be-
palen en het dan in de raad aan de orde te stellen.
3. Het stimuleren van studenten de (machts)verhoudingen op hun (sub)faculteit te
onderzoeken. Wie heeft het voor het zeggen? Welke stromingen zijn er te
signaleren? Wat zijn belangrijke commissies en hoe werken die? Op welke punten
maken studenten een kans om die verhoudingen in hun eigen voordeel te
beïnvloeden?
4. Studenten werd gevraagd op zoek te gaan naar de geschiedenis van de democra-
tisering op hun instituut. Hoe hebben de studenten zich vroeger georganiseerd?
Waarop hebben ze resultaten bereikt, waarop niet? Om studenten hun eigen
ervaringen met democratisering te laten onderzoeken werd door de trainers een
uitgebreide enquête gehouden. Na verloop van tijd werd de enquête echter
99 nauwelijks meer gebruikt, omdat de methode wat te omslachtig was en omdat
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1991
Publicaties VU-geschiedenis | 160 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1991
Publicaties VU-geschiedenis | 160 Pagina's