Vinden en zoeken: het bijzondere van de Vrije Universiteit - pagina 101
Het bijzondere van de Vrije Universiteit
DE VELE "OPVOEDINGEN" 89
(Brezinka 1922, 27). Het is natuurlijk een hoofdstuk apart of deze plura-
listische levenshouding, die, zoals Brezinka stelt, waarden en normen tot
'Privatsache' verklaart, bij de moderne mens een luchtige oppervlakkig-
heid of juist, vanwege het gebrek aan verankering, veel persoonlijk leed
veroorzaakt.
De auteur omschreef elders in genoemde studie die verschuiving met
de woorden: "Intussen heeft het pluralisme van de groepen aan betekenis
verloren in vergelijking met het pluralisme van de individuen" (165).
Brezinka bepleitte gemeenschapsvorming als antwoord op die ongewens-
te ontwikkeling. Zij vindt naar zijn oordeel haar ankerplaats in het gezin
(166-8). Er bestaat dus, althans in beginsel, een remedie tegen het
'pluralisme der individuen'.
De principiƫle keuze voor pluralisme
Onder pedagogen lijkt de discussie over het pluralisme pas in onze jaren
een terminaal stadium te hebben bereikt. Daardoor komt zelfs de moge-
lijkheid tot opvoeding op het spel te staan. Het gesprek concentreert zich
op de eenheid der opvoeding die van oudsher werd verankerd in de
eenheid der persoonlijkheid.
De wetenschappelijke reflectie op de opvoeding stond, historisch
gezien, steeds in het perspectief van aandacht voor het individuele kind
als een 'persoonlijkheid in wording'. Eenheid, integratie en zelfstandig-
heid van de nog jonge persoonlijkheid golden als voorwaarden voor
pedagogisch handelen.
Zo schreef, om een voorbeeld te noemen, de theoloog en wijsgeer
Herman Bavinck in zijn studie Persoonlijkheid en Wereldbeschouwing. "Wat
het begrip persoonlijkheid betreft b.v. zijn wij genoodzaakt al aanstonds te
beginnen met een definitie. Onder persoonlijkheid willen wij verstaan
een georganiseerde en tot zelfbewustzijn gekomen ziel. Wanneer wij dat
zo stellen, blijkt dat het bij een persoonlijkheid op twee dingen aankomt,
op organisatie en op het zelfbewustzijn" (Bavinck 1928, 26). De auteur
voegde daaraan toe: "Het eerste kenmerk der persoonlijkheid is altijd de
eenheid. Een ziel kan inzoverre persoonlijkheid geheeten worden, als de
krachten in haar tot elkander in verbinding getreden zijn, elkander
doortrokken hebben" (26).
Bavinck vervolgde: "Aan deze definitie moeten wij aanstonds nog een
andere toevoegen: de ziel is een door God geschapen zelfstandigheid,
met eigen, in haar geheele natuur en wezen liggende functies, strevin-
gen, krachten die wij in het bewustzijnsleven zien optreden en dus ook
uit het bewustzijnsleven leeren kennen. Als kern, centrum in die ziel
noemen wij het Ik, dat dus als het ware van alle psychische verschijn-
selen de grondslag vormt" (26).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997
Publicaties VU-geschiedenis | 196 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997
Publicaties VU-geschiedenis | 196 Pagina's