Is studeren ook al een last? - pagina 7

I. INLEIDING

Voor we beginnen vanaf 1968 de geschiedenis van de faculteit op een

aantal aspecten nader te beschouwen is het goed een beeld te schetsen

van de situatie waarin de faculteit zich op dat moment bevindt. Laten

we beginnen met een globaal beeld van de facultaire organisatie.

De "Faculteit" staat aanvankelijk voor de verzameling van hooglera-

ren, die met elkaar in de faculteitsvergadering de noodzakelijke beslis-

singen nemen en verder ieder directeur zijn van hun eigen instituut.

Naast deze hoogleraren, zijn ook aanwezig lectoren, die ook colleges

mogen geven en tentamens afnemen. De lectoren veroveren op een

gegeven moment een plaats in de faculteitsvergadering en mogen mee-

spreken over alle zaken voor de pauze. Na de pauze behandelen de

hoogleraren de benoemingen van nieuwe lectoren en hoogleraren.

De staf, ingedeeld in de rangen medewerker, medewerker eerste klas

en hoofdmedewerker, speelt een belangrijke rol bij het geven van de

practica en doet wetenschappelijk onderzoek, daarbij geassisteerd door

het technisch en administratief personeel.

Er bestaat een faculteitsbestuur dat de lopende zaken van de faculteit

bestiert. Het bestaat uit de decaan, de ab-actis en een assessor, ambte-

lijke ondersteuning wordt hen geleverd door de secretaresse van de

decaan en/of de ab-actis. Er is nog geen sprake van een faculteitsbu-

reau. Dit ontstaat pas als de faculteit, tot dat moment verspreid over

vele gebouwen in de stad, samengebracht wordt in het gebouw aan de

Van der Boechorststraat. De ab-actis op dat moment is de hoogleraar

van mijn laboratorium, Prof. Oosterhuis. Zijn secretaresse is

Mejuffrouw van Riessen. Zij wordt het eerste hoofd van het faculteits-

bureau, dat het bestuurs-secretariaat en de onderwij sadministratie

omvat. Nog later komt er ambtelijke ondersteuning van het faculteits-

bestuur door de dienst Financiële en Personele Zaken onder leiding

van de heer Zwillink. Hoe ook de afdeling Onderwij scoördinatie zich

in de rij voegt zal ik nog beschrijven.

Zo is de bestuurlijke organisatie als dit verhaal begint.

Het onderwijs is na vele jaren van rust volop in beweging rond 1968.

Als in 1950 de faculteit Geneeskunde van de Vrije Universiteit begint

een onderwijsprogramma te maken, wordt ervoor gekozen in grote lij-

nen het curriculum van Leiden te kopiëren. Het is een programma van

zeven jaar, met de indeling: propedeuse (C I), een kandidaatsexamen

5

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen