Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 328

ten en studenten bijeenbracht, op het uitgangspunt: 'het geloof in de bijbel als Gods ge-

openbaarde wijsheid.' In de stuurgroep zaten naast Strengholt vijf docenteninfo H.J. van

Bemmel (medische informatica), A.P. Bos (filosofie), P. Nijkamp (economie), J.J.

Oostenbrink (politicologie) en R.F. Rekker (scheikunde), maar ook vijf studenten. Uit

de student-leden van de contactgroep zijn onder meer de latere hoogleraren C. van der

Kooi (theologie), R. van Woudenberg (filosofie) en J.L. van Zanden (economische ge-

schiedenis) voortgekomen. De ccs-vu organiseerde lezingen, maar zocht het vooral in

informele lunchbijeenkomsten per faculteit. Van Nes vond de oprichting belangrijk ge-

noeg om die in zijn jaarrede te vermelden, als een stimulans 'tot een wetenschappelijke

bezinning op het karakter van christelijke wetenschapsbeoefening en hoger onder-

wijs'.^7i

De groep was van een vrij hoog wetenschappelijk gehalte, maar gezamenlijke publica-

ties werden niet beoogd. Ieder ging zijn eigen gang, en zij die zich reeds geprofileerd

hadden als beoefenaars van christelijke wetenschap bleven dat doen, zoals Lindeboom,

Van Riessen, Troost, de natuurfilosoof E. Schuurman en de geschiedfilosoof M.C.

Smit. Een nieuweling in het gezelschap was de econoom P. Nijkamp, bij zijn benoeming

in 1975 met zijn 29 jaren de jongste hoogleraar van Nederland. Hij zag het toen als een

typische vu-taak onderzoek te doen naar de relatie tussen christelijke ethiek en de econo-

mische ontwikkeling, en koesterde de ambitie 'een stukje verder te komen met een eigen

bijbelse visie op het functioneren van de economie'.^'^ Is de materie weerbarstiger geble-

ken dan hij toen vermoedde.? Nijkamp heeft naam gemaakt als econoom, maar bijbelse

bezinning staat in zijn werk niet op de voorgrond. Ruim een kwarteeuw later viel zijn

antwoord op de vraag of hij zichzelf beschouwde als een 'christen wetenschapper' nogal

gereserveerd uit. 'Als ik die twee uit elkaar zou halen, zou ik op alletwee ja zeggen. Maar

die combinatie, dat vergt toch weer toetsing. Dingen moeten aan een aantal afspraken

voldoen. En aangezien dat ook een voortdurend schuivend veld is, zou ik op dit moment

niet tot een code kunnen komen. Ik zie die code niet, dus moet ik nee zeggen, al zou ik

misschien wel binnen die omschrijving vallen.'^'^

Of Nijkamp zichzelf daarmee helemaal recht doet kan men betwisten, maar zo is het

natuurlijk wel velen gegaan aan de Vrije Universiteit. Misschien ooit met een schone

droom begonnen, lieten ze na verloop van tijd wetenschap en geloof naast elkaar liggen.

Er is geen conflict tussen die twee, er is geen tegenstelling, maar ze raken elkaar niet. In

theorie laat het zich allemaal prachtig op papier zetten. 'Vanuit christelijke vooronder-

stellingen wetenschap bedrijven, vervolgens vanuit diezelfde visie nadenken over het

gebruik van de resultaten van die wetenschap, het laten zien in onderwijs waarom je zo

en zo denkt, al die facoren vind ik onmisbaar, en bij elkaar geven ze mij redenen om de

Vrije Universiteit te handhaven.'^^4 Zo zei oud-rector D.M. Schenkeveld het bij het

honderdjarig bestaan. Het is een keurige opsomming, maar ze overtuigt pas als er voor-

beelden bij gevoegd worden. Strengholt en enkele anderen waren daartoe in staat. Maar

de PKv'er H.W.M. Wesseling zei eens in de universiteitsraad dat een congres van de so-

324 EEN HOEKSTEEN IN HETVERZUILD BESTEL

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen