Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 93

worden aangesteld, o a ais promovendus

51 De uitdrukking is ontleend aan een interview met Oen en Werner m maart 1983 m Folia Civttatis

52 Het IS niet onaannemelijk dat een aantal negatieve percepties die Wiggers, zoals eerder vermeld, ten tijde

van zijn studie fysische geografie aan de UvA m de jaren '40 ten opzichte van het Geologisch Instituut had

ontwikkeld hierbij meer of minder bewust een rol speelden

53 Het Beleidsorgaan stelde de toewijzing van formatieplaatsen afhankelijk van door de hoofdgroeperingen

in te dienen structuurplannen Voor de sectoren petrologie ertskunde en paleontologie stratigrafie dienden

dat gezamenlijke UvA VU plannen te zijn Dit plaatste de VSF die sterk afhankelijk waren van toewijzingen

door het Beleidsorgaan m een ongelukkige positie ten opzichte van de UvA subfaculteit die geen toewij

zingen te verwachten had

54 Persoonlijk heeft Breimer weinig vreugde beleefd aan zijn benoeming Gezondheidsproblemen verhinder-

den hem m maart 1975 zijn oratie uit te spreken Het studiejaar 1975/76 bracht hij door als gastdocent

aan de Universiteit van Michigan Op eigen verzoek en om redenen van persoonlijke aard werd zijn buiten

gewoon hoogleraarschap per 1 februari 1982 beëindigd Het sociaal beleidskader TVC bood hem m 1985

de gelegenheid zich uit zijn functie aan de VU terug te trekken en een positie als volontair bij het

Rijksmuseum voor Geologie en Mineralogie te Leiden te aanvaarden Het is wel zeker dat Breimer m meer

dere opzichten als een der prominente slachtoffers van de landelijke herstructurering moet worden

beschouwd

55 Begin 1976 stemt het departement in met de vervulling van het extraordinariaat Per 1 september van dat

jaar wordt Van der Hammen benoemd

56 De VU en m het voorjaar van 1975, het departement bevestigen dat het hier om een vergissing gaat en dat

de plaatsen als bij de VU geparkeerd moeten worden beschouwd Dat kan met verhinderen dat de indruk

ontstaat dat de VU over een bijzondere entree bij het departement beschikt

57 Het terugtreden van Wiggers als decaan had m de eerste plaats te maken met tragische omstandigheden m

2ijn gezinssituatie Het is niettemin aannemelijk dat deze stap hem lichter viel omdat hij kon menen dat

op het vlak van de landelijke herstructurering het bereikbare grotendeels was gerealiseerd Ten opzichte

van de samenwerking met de geologische subfaculteit van de UvA bleef Wiggers uiterst kritisch staan

Tegenover de auteur liet hij er, jaren later, geen twijfel over bestaan dat hij de uitkomst van de TVC

operatie, die resulteerde m de opheffing van het Geologisch Instituut van de UvA, als een zegen voor de

discipline beschouwde

58 Het was de UvA bekend dat de VU voor de vervulling van het ordinariaat in de paleontologie zijn oog

inmiddels had laten vallen op dr J E van Hinte, een ook voor de UvA alleszins acceptabele kandidaat

Van Hinte had m het najaar van 1974 aan boord van het onderzoeksschip Glomar Challenger Nederland

aangedaan en bij die gelegenheid ook een voordracht aan de VU gehouden

59 De VU accepteerde hiermee de continuering van een paleontologische hoofdgroepering' aan de UvA,

inclusief een (overigens nooit gerealiseerd) lectoraat Daar stond tegenover dat met de positionering van

het ordinariaat aan de VU de weg voor de WR vrij kwam om toestemming te geven voor de vervulling van

de laatste voor de VU bestemde vrije formatieplaatsen Al met al was het duidelijk dat voor VU op het ter-

rein van de paleontologie stratigrafie binnen de Amsterdamse concentratie qua getalsverhoudingen met

meer dan een junior partnership zou zijn weggelegd

Dat er van VU zijde water bij de wijn kon worden gedaan, maar dat ook de UvA bereid was concessies te

doen, hing zeker ook samen met de decanaatswisseling Wiggers Van de Fliert Simpel gezegd, de feitelijk-

heid was complexer, zou men kunnen zeggen dat Van de Fliert, meer dan Wiggers, vertrouwen gaf en ver-

trouwen ontving

60 Westra's visie sluit nauw aan bij die uit de vier jaar eerder vastgestelde beleidsnota van de VSF de ontwik-

kelingsmogelijkheden van de paleontologie worden bepaald door de bereidheid van de UvA tot overdracht

van posities, via het Beleidsorgaan nieuw te verwerven posities worden ingezet ten behoeve van de ontwik

keling van de unica hydrogeologie, Kwartairgeologie en ertskunde Al eerder, m oktober 1976, had Egeler

in een schrijven aan de voorzitter van de subfaculteitsraad aan de UvA te kennen gegeven dat bij velen die

Zich met de herstrukturering bezighouden de mening heerst dat de landelijke stafbezetting strat pal in ver

houding tot die van de andere vakgebieden onevenredig hoog is

61 Naast Van de Fiiert als decaan en Groen als assessor maakt Roeleveld (opvolger van Maaskant) sinds

september 1976 als secretaris deel uit van het subfaculteitsbestuur Per 1 januari 1978 werd, m verband

met diens (deeltijd)emeritaat de plaats van Groen ingenomen door Criede

62 De commissie bestaat uit Breimer, Van de Fliert, Fortuin (allen VU), Van der Hammen (verbonden aan VU en

UvA), alsmede Van Harten en Hermes (UvA) In november 1977 wordt, op verzoek van de WR Boekscholen

(Groningen) aan de commissie toegevoegd

63 Een en ander neemt met weg dat VSF er qua beschikbare onderzoekscapaciteit (17 20 %) ten opzichte van

het grote merendeel van de disciplines binnen de VU minimaal voorstonden

Het reguliere personeelsbestand WP fysische geografie bedroeg in het najaar van 1977 circa 16 tegenover

19 voor de geologie De bijbehorende studentaantallen waren respectievelijk 140 en 86 Deze oneven

wichtige situatie werd in de praktijk grotendeels genivelleerd door de geïntegreerde inzet van geologi

sche en fysisch geografische staf binnen de vakgroepen hydrogeologie - geografische hydrologie respec

tievelijk Kwartairgeologie - laaglandmorfogenese Men zou ook kunnen zeggen dat de mogelijkheden om

binnen die vakgroepen wetenschappelijk onderzoek ie verrichten te danken waren aan de omvang van het

(middels het Beleidsorgaan) ten behoeve van de geologie verworven compartiment WP

64 Levelt, afkomstig van het Fysisch Geografisch en Bodemkundig Laboratorium aan de UvA werd benoemd

tot lector in de fysische geografie Bij de argumentatie voor dit lectoraat speelde de aanzienlijk toegeno

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen