Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 287
De Vrije Universiteit 1880-2005
'waarbij interesse als wezenlijk onderdeel van de kennis wordt beschouwd'.^^^ Ernsting
schreef dat in december 1968. Plannen voor projectonderwijs kwamen toen nog niet van
de grond, wel twee jaar later. Grote veranderingen zouden pas mogelijk worden, nadat
Tilburg en de Universiteit van Amsterdam in 1969 het voorbeeld gegeven hadden. Maar
die gebeurtenissen waren zo ingrijpend, dat wij er een nieuw hoofdstuk voor moeten op-
slaan.
1955-1968
Toen Abou Ben Adhem eens in de nacht wakker werd, zag hij in zijn tent een engel zit-
ten, die een lijst had gemaakt van al de mensen, die God liefhadden. De naam van Abou
Ben Adhem kwam er niet op voor. Hij verloor de moed niet, en zei tot de engel: schrijf
mij op als een man die zijn medemensen liefheeft. De volgende nacht was de engel er
weer, maar nu met een lijst van hen die door God bemind werden. Abou Ben Adhems
naam stond bovenaan.
Het hier bedoelde gedicht van Leigh Hunt heeft een zekere faam in de Angelsaksische
wereld, en wie met Abou Ben Adhem vergeleken wordt, zal zich daar zelden voor scha-
men. Hij kan model staan voor de Vrije Universiteit in de hier beschreven periode. Zij
wilde zich vanuit een positief christelijke inspiratie in dienst stellen van de medemens.
Zij wenste dus christelijk te blijven, maar op een bredere grondslag en met een nieuwe
doelstelling. Het ging niet langer om christelijke wetenschap, maar om toepassing van
wetenschap ten bate van hen die niet bij machte waren daar zelf voor te betalen. Dan kon
vanzelfde grondslag ook breder worden, want dit ideaal werd door christenen van ver-
reweg de meeste denominaties gedeeld.
Maar met deze ingrijpende veranderingen kwam de Vrije Universiteit voor een dub-
bel probleem te staan. Ten eerste had zij haar vrienden altijd verenigd rondom het oude
ideaal, de christelijke wetenschap. Vijfenzeventig jaar lang was dat de rechtvaardiging
geweest van het bijzonder hoger onderwijs. Het sprak niet voor iedereen vanzelf dat het
ook anders kon. Een deel van de achterban had moeite met de gewijzigde opvattingen
mee te gaan. En eigenlijk gold dat ook voor de besturende colleges. Niet dat ze tegen
hulpverlening aan de derde wereld gekant waren; maar ze bleven er wel van overtuigd,
dat aan de Vrije Universiteit een apart soort wetenschap bedreven werd. Zoals Meynen
het zei: de relevantie van Gods Woord voor eigen werk moest aan allen duidelijk zijn.
Het werd echter steeds moeilijker die eis bij nieuwe benoemingen ten volle te laten gel-
den.
Ten tweede stelde de Vrije Universiteit zich nu een doel dat niet inherent was aan het
wetenschappelijk onderwijs. Universiteiten beoefenen de wetenschap, en ze streven
daarbij naar de maximale kwaliteit. Toegepaste wetenschap hoort daarbij, maar de eis
van het hoogste niveau blijft ook dan gelden. Daarom zijn in beginsel altijd de best ge-
DIENENDE WETENSCHAP 19551968 283
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
![Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 287](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/een-hoeksteen-in-het-verzuild-bestel-de-vrije-universiteit-1880-2005/2005/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's