Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 268
De Vrije Universiteit 1880-2005
de.^^ Een kandidaat-hoogleraar in de letteren werd voorlopig niet benoemd, omdat hij
gescheiden was van zijn eerste vrouw. Moest hij dan onderwijs geven in de moderne let-
terkunde, die zonde zo licht opneemt, dan zou in de omgang met studenten 'een con-
frontatie met zijn misstap' onvermijdelijk zijn.^9
Er was echter ook al een krachtige tegenstroom. Schippers stelde het probleem aan de
orde in zijn rectorale rede van 1965. Bij benoemingen, poneerde hij daar, moet naar de
best gekwalificeerde worden gezocht. Natuurlijk moest de universiteit wel christelijk
blijven. Maar als voor een bepaalde functie geen geestverwant te vinden is, zal men dan
toch niet eenvoudig gedwongen zijn een niet-geestverwant te kiezen, die bereid is tot
respect en loyaliteit? En het vraagstuk had nog een andere kant. Iedereen mocht aan de
Vrije Universiteit komen studeren. Maar als deze studenten de grondslag nu eens niet
aanvaarden, mag je ze dan discrimineren door hen na de voltooiing van hun studie onge-
schikt te verklaren voor een aanstelling als wetenschappelijk ambtenaar.? Zou het niet
juist zeer vruchtbaar kunnen zijn 'indien in de wetenschappelijke staf zich mensen be-
vinden die het fungeren van de grondslag niet zien, of zelfs zijn mogelijkheid ontkennen,
maar die de meest pertinente vragen hieromtrent kunnen stellen in de dialoog met hen
die van de grondslag uitgaan.''^'"
Het was een redenering die opgang zou maken. Of Schippers haar heeft uitgevonden
durf ik niet te zeggen, en ik weet ook niet of ze uniek is voor de Vrije Universiteit. Maar
ik ken in elk geval geen andere organisaties die van dergelijke principes uitgaan. Wie een
doel wil bereiken kiest medewerkers die hem daarin ten volle willen steunen. De con-
frontatie met tegenstanders zoekt hij liever buiten zijn organisatie dan in eigen kring.
Evenmin zal een politieke partij om de geesten fris te houden in haar Kamerfractie op-
zettelijk een paar bestrijders van haar beginselen opnemen. Donner verklaarde dan ook
in de vergadering van curatoren niet erg gelukkig te zijn geweest met het rectorale be-
toog. Schippers beloofde de tekst nog eens na te zullen zien.^" Wellicht heeft dat tot wij-
zigingen geleid. Maar in de gedrukte rede wordt nog altijd van de nood een deugd ge-
maakt.
Zo lag het natuurlijk ook wel voor sommige studierichtingen, met name voor de hele
medische faculteit. Toen Booy een wetenschappelijk ambtenaar zocht voor histologie,
en zich niemand meldde dan alleen een katholieke Belg, waren de curatoren snel klaar.
Die kwam 'al zeer weinig in aanmerking'.^'^ Maar met kernleerstoelen ging dat niet zo
gemakkelijk. Die moesten nu eenmaal bezet worden, ook als de betrokkenen niet afkom-
stig waren 'uit den kring der directe geestverwanten van de Vrije Universiteit'.^'3 Het ei-
genaardige gevolg was dat op centrale posten mensen kwamen te zitten die slechts een
zwakke binding aan de grondslag hadden, terwijl curatoren voor de lagere rangen het
volle pond eisten.
Een goed voorbeeld vormt de bespreking die curatoren in het najaar van 1964 met en-
kele hoogleraren van de medische faculteit voerden over de benoeming van een viertal
personen, die geen van allen belijdend lid waren van een kerkgenootschap. Eén kandi-
264 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's