Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 118
De Vrije Universiteit 1880-2005
Colijn had over zijn plan met niemand van tevoren overlegd. Directeuren, curatoren
en hoogleraren voelden zich overvallen. Grosheide ontvouwde in de senaat zijn bezwa-
ren, en vond bij allen weerklank.^ss Colijns plan vervaagde de grens tussen openbaar en
bijzonder, en schaadde daarom de belangen van de Vrije Universiteit. Maar was er een
betere manier.'' Even gloorde hoop toen de Rotterdamse arts J. Hekman, directeur van
het gemeentelijke ziekenhuis, in 1926 een plan overlegde voor een medische faculteit.
Hij wilde beginnen met poliklinieken, waaruit ziekenhuizen zouden ontstaan, onder lei-
ding van een internist, een psychiater en een chirurg. Geld moest te vinden zijn. In
Amerika kregen fundamentalisten steun van het bedrijfsleven, en zo dacht Hekman ook
aan de Rockefeller Foundation. En de mensen waren er ook: voor de chirurgie R.P.
Michael, voor de interne geneeskunde R.J. Wolvius of J. Hekman. Zelfwas hij in ieder
geval bereid zich aan deze zaak te geven.^si^ Curatoren waren snel voor het plan gewon-
nen. Van Schelven ontving over Hekman en Michael 'uitnemende inlichtingen', en aar-
zelde niet meer. 'Wanneer God ons een weg opent, moeten we volgen.'^57 Zij stelden
voor tot uitbreiding over te gaan, en thans dr. J. Hekman tot hoogleraar te benoemen. De
senaat achtte deze voorstellen irreëel. Hekman zou noch op studenten noch op patiënten
mogen rekenen.-^s» Directeuren gaven uiteindelijk aan de plannen geen vervolg.
Zo langzamerhand was men gaan inzien dat een medische faculteit niet te realiseren
viel. Maar de Vrije Universiteit was wettelijk verplicht uiterlijk in 1930 een vierde facul-
teit te openen. Moest men ontheffing van die verplichting vragen.' Bouman neigde ertoe.
De universiteit had gedaan wat ze kon, maar het lukte niet. Dat zou ook de overheid
moeten erkennen. 'A l'impossible nul n'est tenu.'^s? Curatoren dienden zelfs een daartoe
strekkend voorstel bij directeuren in.^^ Dat was wel een erg radicale stap, en los van de
wettelijke verplichting hoorde de Vrije Universiteit krachtens haar roeping een volledi-
ge universiteit te worden. Wel kwamen andere, goedkopere oplossingen in bespreking.
Die ontwikkeling werd verhaast door het vertrek van Buytendijk. Had hij in 1920 een
aanbieding uit Wageningen nog afgeslagen^^', in 1924 nam hij wel een benoeming in
Groningen aan, omdat hij voor de medische faculteit geen toekomst meer zag.^*^ Ook
Bouman begon zich nu af te vragen of hij niet naar een andere werkkring moest om-
zien.3^3 De politiek kwam hem te hulp. In augustus 1925 trad het kabinet-Colijn aan,
met V.H. Rutgers als minister van Onderwijs. Dat kabinet heeft net lang genoeg zitting
gehad om te kunnen voorzien in de Utrechtse vacature voor een hoogleraar in de psy-
chiatrie. Rutgers koos toen voor Bouman, buiten de voordracht om, en zelfs tegen de
geest van de voordracht in, die uitdrukkelijk voorkeur uitsprak voor een andere richting
dan de door Bouman vertegenwoordigde.3^^* Bouman verklaarde zich wel bereid als bui-
tengewoon hoogleraar aan te blijven, en zo werd ook besloten, al vond Van Schelven het
'niet gezond', dat de ordinarius van een rijksuniversiteit tevens aan de Vrije Universiteit
verbonden zou zijn.^^s Maar met of zonder Bouman, de medische faculteit was van de
baan.
114 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's