Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 122
De Vrije Universiteit 1880-2005
De gereformeerde studentenpers kon in de leemte niet voorzien. Literair begaafden
werden onder de vu-studenten niet gevonden, getuige de zeer matige kwaliteit van het
mengelwerk in de almanakken.3**^ Het in Fraternitas afgedrukte 'Lachneia. Een sproke'
is vooral opmerkelijk door de auteursnaam H. Dooyeweerd^**^, terwijl de almanakbijdra-
ge 'Berusting. Een avontuur van den beroemden detective Henri Wood' in de eerste
plaats interessant is voor een biograaf van W.H. Gispen.3^4 En dan is er natuurlijk nog de
complete roman van D.H.Th. Vollenhoven, die evenwel voor dit werk geen uitgever
heeft kunnen vinden. Actieve beoefening van de letterkunde lijkt voor de toekomstige
geleerden slechts een tijdelijke verpozing te zijn geweest. De studentenbladen leggen
echter wel grote belangstelling aan de dag voor de pogingen van christelijke auteurs, een
eigen calvinistische kunst tot ontplooiing te brengen.
Kuyper had in zijn rede van 1888 over calvinisme en kunst herinnerd aan het woord
van Calvijn, dat God sinds de dagen van Jubal 'de gave der kunst veelal aan de vergeters
van zijn naam schonk'.^^^s Kuypers volgelingen waren minder voorzichtig. Het calvi-
nisme heeft de schoonste openbaring van de christelijke kunst in het leven geroepen,
verzekert de zich wijselijk anoniem presenterende Filemon ons in de almanak, 'wijl dit
het diepst is in zijn opvatting en het breedst in zijn toepassing der waarheid Gods op al-
le verhoudingen van het leven'.3^^ Voorbeelden ter bevestiging van zijn these laat hij
achterwege. Langs dezelfde lijn redeneert een recensent in Nil, bij de aankondiging van
een bundel van Seerp Anema, broer van de hoogleraar. De verschijning van dat boek is
een evenement, omdat calvinisme geroepen is 'het bewijs te leveren voor de stelling, dat
echte kunst alleen opbloeit uit het christelijk geloof. Maar Anema maakte het helaas niet
waar. Hij deed niet veel meer, aldus de recensent, dan filosofische, dogmatische en so-
ciologische onderwerpen behandelen in de vorm van gedichten.3^7
Zeer gunstig daarentegen is het oordeel over Johanna Breevoorts roman Tot het Itcht.
7A) staat vooraan, verklaart Nil waarderend, 'onder de auteurs van christelijke huize, die
de knellende banden van het literaire conservatisme van zich afhebben geworpen, en in
vrijer uiting kunst willen maken van de verwoording hunner phantasie'.^^^ Het werk van
Johanna Breevoort is dus in zijn ogen een geslaagd voorbeeld van eigentijdse calvinisti-
sche prozakunst. Opvallend positief werd ook haar boekje over de onanie besproken.
Stomme zonden. Waterink zou er later het doodvonnis over uitspreken - 'stom en zon-
dig' - maar deze studentengeneratie bestempelde het als een aanwinst. De schrijfster
verdient werkelijk alle lof, schreef J.P. Vergouwen in Fraternitas, 'zij schildert op een
kiese manier alle lichamelike gevolgen van dit euvel'.3^9 De instemming met de bood-
schap heeft waarschijnlijk zijn oordeel volledig bepaald, en zo deden er meer. Toen
C. Tazelaar in 1925 redacteur werd van het christelijke literaire tijdschrift Opwaartsche
Wegen, proclameerde hij dat 'de mogelijkheid van keuze tusschen het ethisch-religieuze
en het artistieke voor den christen niet bestaat, 't Eerste beslist, zonder eenigen invloed
van het tweede.'39 Dat uitgangspunt laat natuurlijk wel vragen open, en het helpt ons te
begrijpen, waarom verscheidene jonge gereformeerde literatoren die tot deze zoekende
EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
, -JSHii
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's