Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 149

een manco in het geloofsleven van de student.'' E. Diemer constateert dat een 'fari-

zeesch clubchauvinisme' zelfs de groentijd beheerst, alsof men de noviet niet tot corps-

lid, maar tot dispuutgenoot wil opvoeden'^, en ook voor G. van Andel is de groentijd een

periode waarin de verdeeldheid van het corps schrijnend tot uitdrukking komt.73 LA.

Diepenhorst ten slotte aanvaardt de feiten zoals ze nu eenmaal zijn. Het lidmaatschap

van een dispuut gaat boven dat van het corps. Bij die toestand heeft men zich neer te leg-

gen.'4

Het waren niet louter lege leuzen: 'ik ben van Forum, ik ben van Demosthenes'. De

disputen streefden naar een eigen identiteit, en naarmate zij een meer bevoorrechte po-

sitie innamen, slaagden zij er beter in nieuwe leden aan te trekken die het gewenste stem-

pel vertoonden of daar hoop op gaven. Het dispuut lumbo bestond bijvoorbeeld vrijwel

geheel uit Ncsv'ers. De lumbonen wilden niet uit het gereformeerde leven weglopen,

maar zochten nieuwe wegen, en stelden zich graag open voor andere geestesrichtingen.'s

Ingrijpende veranderingen achtten zij noodzakelijk, en daar wilden zij in de toekomst

zelf leiding aan geven. Voor de student Verkuyl was dat juist reden om de uitnodiging

voor lumbo af te wijzen. Als eenvoudige dorpsjongen stond het hem tegen, 'die zelfbe-

noeming tot het toekomstig leiderschap, dat zo typerend was voor die groep in die tijd'.'^

Waarschijnlijk gold dat ook andere disputen dan lumbo. G.J. Sizoo constateerde in 1938

als rector van de universiteit met waardering, 'dat een groot besef van verantwoordelijk-

heid telkens aan den dag treedt, dat bereidheid tot het aanvaarden van leiding zeer merk-

baar is'."

Dat hoefde dan niet beslist te gebeuren in de stijl van lumbo. Te oordelen naar de le-

denlijst heerste op het door Verkuyl verkoren Demosthenes een meer conservatief gere-

formeerde geest. Uit dat dispuut kwamen nogal wat hoogleraren in de theologie voort, te

beginnen met V. Hepp en K. Dijk, later A.D.R. Polman en H. Bergema. En al was ook

E.L. Smelik Demostheen, we treffen er tevens de betrekkelijk schaarse vrijgemaakten

aan die aan de Vrije Universiteit gestudeerd hebben: S. Greijdanus, F. A. den Boeft, H.J.

Jager, B. Telder, A. W. Begemann. De tegenstelling Assen-Geelkerken ging aan de dis-

putenstrijd niet geheel voorbij'^, en met name lumbo telde veel leden die tot het hersteld

verband behoorden. 'Hun godsdienst is verwant aan 't kristendom,' zeiden de varia in de

almanak van 1928 over dit dispuut.'^

Nu het corps gegroeid was, zou eindelijk een sociëteit levensvatbaar kunnen blijken.

Toen ze in 1927 geopend werd, zag de senaat van het corps er een middel in de dispuut-

strijd een tegenwicht te bieden. Daar konden de verschillende elementen elkaar aanvul-

len en opheffen^", meende rector N. Okma. Het lukte niet al te goed. De sociëteit is een

verzamelplaats van oratorische verenigingen, constateerde Verkuyl vier jaar later,'*' die

zich niet ondereen vermengden. Ze werd slecht bezocht^^ en haar omzet was zeer be-

perkt. Een corpsvergadering in 1928 met tachtig aanwezigen leverde veertig bestellin-

gen op.*3 Sterke drank was er niet te koop. De alcoholische consumptie bestond ten eer-

ste uit bier en ten tweede uit wijn.^^ De student van de jaren dertig had nu eenmaal

CHRISTELIJKE WETENSCHAP 1926-1955 145

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen