Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 109
De Vrije Universiteit 1880-2005
werd hij benoemd tot lector voor Romeins recht, handelsrecht en burgerlijke rechtsvor-
dering. De taak was buitengewoon zwaar, zeker voor een lector, en die lastenverdeling
wekte bij directeuren ongenoegen.^*^ Het had er de schijn van, dat de hoogleraren een te
groot deel van hun verantwoordelijkheid afwentelden op de schouders van een vijfen-
twintigjarige jongeman. De welverdiende beloning met de professorale waardigheid is
hem echter nooit ten deel gevallen. Eer het zover was had hij reeds een benoeming in
Utrecht aanvaard. Maar dat hing weer samen met de kwestie-Geelkerken, waar we later
in dit hoofdstuk aandacht aan moeten geven.
Kort kunnen we ook zijn over de opvolging van Willem Zevenbergen. De eerste kan-
didaat J. Donner bedankte.^^^ De faculteit stelde toen P.S. Gerbrandy en H. Dooye-
weerd voor, onder gelijktijdige bevordering van C. Zevenbergen tot hoogleraar.^^"^ Hoe-
wel zij dit voorstel als één onsplitsbaar geheel beschouwde, gingen curatoren slechts
verder met de kandidatuur van Dooyeweerd, die in Colijn een krachtig verdediger
vond.^^5 Over de andere kandidaat oordeelde Van Schelven, 'dat mr. Gerbrandy geen
bezonken inzicht heeft over de verhouding, waarin de overheid staat tot God'.^^*" Zo
bleef het bij Dooyeweerd. Maar diens werkzaamheid valt geheel in de volgende perio-
de.
LETTEREN EN WIJSBEGEERTE
De faculteit der letteren en wijsbegeerte was lange tijd een wat tweeslachtig geheel. Ze
telde slechts een handvol studenten in de klassieke talen. Verder was haar onderwijs
dienstverlening aan andere faculteiten, vooral de theologische, en ook daarbij speelden
de classici de hoofdrol. Bijna veertig jaar lang is zij vooral het koninkrijk geweest van va-
der en zoon Woltjer. De vader was zolang hij aan de Vrije Universiteit werkte, een van
de dragendefiguren.Voor zijn zoon geldt dat minder. Maar een man die meer dan vijf-
tig jaar achtereen een professoraat heeft vervuld aan een zeer kleine instelling moet al-
leen al om die reden in haar geschiedenis een plaats van enige betekenis hebben ingeno-
men.
Rob Woltjer paarde een uitzonderlijke scherpzinnigheid aan een fabelachtige ge-
leerdheid.^^' Die eigenschappen hadden de basis kunnen leggen voor een schitterende
carrière, als niet twee gebreken hem dwars gezeten hadden. Ten eerste oefende het de-
tail op hem een zo onweerstaanbare aantrekkingskracht uit, dat hij zich daarin volledig
scheen te vergeten. Dat maakte hem niet alleen tot een vermoeiende gesprekspartner,
het ontnam ook alle vaart aan zijn onderwijs. Woltjer kon nooit iets snel afdoen. 'Ik heb
geen moed met Rob te gaan spreken,' zei eens een collega, 'hij houdt je dan uren vast.'^^*
Promovendi moesten dikwijls maanden wachten eer hij zich een oordeel over hun ma-
nuscripten gevormd had.^^ Ten tweede scheen hij niet in te zien dat ook de interessant-
ste stof niet boeien kan als de spreker zich geen inspanningen getroost zijn gehoor voor
zich te winnen. Woltjers colleges waren 'ongelooflijk saai, echt om te besterven', getuig-
ERVEN OF LENEN 1905-1926 105
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's