GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 361

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 361

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

J christian Studies of Science and Society 357

zaten. Dit werk tastte zijn filosofische habitus niet aan, maar gaf er veeleer een exi-

stentieel-verdiepende dimensie aan.

In 1984 kreeg hij de benoeming tot bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbe-

geerte in Groningen en twee later o o k in Utrecht. Bovendien werd hij in 1987 van-

wege de Stichting H e t Vrije Universiteitsfonds benoemd tot bijzonder hoogleraar

op de Dooyeweerdleerstoel in de Faculteit der Wijsbegeerte van de Vrije Universi-

teit. Reizen tussen zijn woonplaats - eerst Eek en Wiel, later Ede - en Groningen,

Utrecht en Amsterdam heeft hem ongetwijfeld veel tijd en energie gekost. Mede

omdat hij zijn werk in de reformatorische wijsbegeerte als een roeping beschouwde,

deed hij het met vreugde.

Twee jaar na zijn benoeming aan de Vrije Universiteit hield hij zijn inaugurele rede,

getiteld Kan een 'wetenschap(per) zich bekeren f ^ Waar het hem met deze titel om te

doen was, werd enigszins verhelderd door de ondertitel: Het perspectief voor weten-

schap en samenleving in het denken vanjügen Habermas en Herman Dooyeweerd.

Geertsema begon zijn betoog met Habermas' kritiek op de visie van Max Weber, die

de westerse samenleving beschouwde als volkomen verrationaliseerd. Volgens We-

ber zou de moderne samenleving een systeem geworden zijn, dat door neutrale be-

sturingsmechanismen wordt geregeld. Zij zou het karakter van een authentieke leef-

wereld hebben verloren en daarom niet meer worden beleefd als zinvol. Volgens

Habermas was Weber gevangen in een subject-objectschema, waarin de mens als zin-

gevend subject staat tegenover een verrationaliseerde en als zodanig zinledig geob-

jectiveerde wereld.''

Habermas beargumenteerde dat deze visie van Weber te eenzijdig was en hanteer-

de twee vormen van rationaliteit. De ene vorm van rationaliteit deed zich voor in de

leefwereld waarin mensen op grond van traditioneel gegeven normatieve kaders en

argumentatieve overeenstemming streven naar het 'communicatieve handelen'. Een

andere vorm van rationaliteit speelde zich af in bepaalde deelgebieden van de samen-

leving, bijvoorbeeld in de economie en het politiek bestuur, die zich ontwikkelen als

subsystemen met eigen wetmatigheden volgens de regels van geld en macht, losge-

koppeld van de genoemde leefwereld. Met de eerstgenoemde vorm van rationaliteit

had Habermas meer perspectief geboden voor normatief en zingericht handelen in

de moderne samenleving dan Weber.'""

De vraag die Geertsema vervolgens stelde was of Habermas niet was blijven steken

in een door hemzelf bekritiseerd subect-objectschema. Volgens Habermas stond de

mens op drieërlei wijze in de wereld, ja stond hij in drie werelden: de objectieve we-

reld van de feiten, de sociale wereld van normatief geregelde interactie, en de subjec-

tieve wereld van innerlijke belevingen. Het bleef bij Habermas gaan om de mens als

subject die zich op een bepaalde manier verhoudt tot de wereld rondom en tegenover

hem. Vandaar Geerstema's conclusie dat Habermas het door hem gewraakte subject-

objectschema niet te boven was gekomen."

30 Geertsema bundelde zijn maugurele rede aan de universiteit in Gronmgen (getiteld Horen en zien. Bouw-

stenen voor een kentheone, 1985), die aan de universiteit in Utrecht (getiteld Hoe kan de wetenschap menselijk

zijnf, 1988), zijn Amsterdamse oratie en nog een ander opstel in een boek onder de titel Het menselijk karakter

van ons kennen (Amsterdam, 1992).

31 Geertsema, Kan een wetenschap(per), pp. 11 -12,

32 Geensemn, Kan een wetenschap(per), pp. 12-13.

33 Geertsema, Kan een 'wetenschap(per), p. 15.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 361

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's