Een handvol filosofen - pagina 319
Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012
7 Medische filosofie en ethiek 315
len van zijn artsexamen in 1974 kreeg
Kimsma een voltijdse benoeming tot
wetenschappelijk medewerker. Naast
zijn taak bij de vakgroep wijsgerige an-
tropologie in de Centrale Interfaculteit
kreeg hij de opdracht om het onderwijs
in de medische filosofie te ontwikkelen.
Deze taak zou hij in samenwerking met
Tak uitvoeren, die eveneens in 1974 zijn
artsexamen had afgelegd. Intussen wa-
ren beiden bezig met hun doctoraalstu-
die filosofie.'^' Zij namen de organisato-
rische kant van het onderwijs voor hun
rekening, en recruteerden en begeleid-
den mentoren voor de werkgroepen.
Voor het filosofiecollege in het eerste
jaar (met een oriëntatie op de genees-
kunde), had de reeds genoemde hoogle-
raar sociale geneeskunde. Kuiper, sinds
1972 dit onderwijs verzorgd. Hij had W. Metz
samengewerkt met Van Peursen, die
naast een coördinerende taak ook enkele colleges voor zijn rekening had genomen.
Twee jaar later had Van Peursen zich echter teruggetrokken, omdat hij te zwaar
belast raakte. Kuiper had het inleidingscollege nog enkele jaren gegeven in samen-
werking met Kimsma en Tak. Hij gaf dit college voor zowel studenten geneeskun-
de als studenten tandheelkunde. Vanaf 1980 nam Broekman deze taak van Kuiper
over. Metz gaf in het tweede jaar medische ethiek, terwijl Broekman in het derde
jaar medische filosofie gaf. Parallel aan hun hoorcolleges werden werkgroepen geor-
ganiseerd. Kimsma verzorgde de wijsgerige scholing van de mentoren die aan deze
werkgroepen leiding gaven.^^
Voor de studenten tandheelkunde had vanaf 1974 ook drs. R. van Kleef als weten-
schappelijk hoofdmedewerker, in samenwerking met J.M. Bouman als adjunct we-
tenschappelijk ambtenaar, enkele jaren een deel van het onderwijs in de wijsgerige
vorming verzorgd. Hun onderwijs zou van tijdelijke aard zijn. Van Kleef was tand-
arts, Bouman was destijds een nog niet afgestudeerde andragoog, en geen van beiden
had, behalve een filosofische belangstelling, een filosofische opleiding genoten. Hun
onderwijstaken werden in 1976 dan ook niet gecontinueerd. De Centrale Interfa-
culteit en de Subfaculteit Tandheelkunde zochten naar een duurzame voorziening
voor de wijsgerige vorming. In 1977 werd drs. ir. S. Strijbos voor dit onderwijs be-
65 Kimsma slaagde in 1980 voor zijn doctoraalexamen wijsbegeerte. Hij verliet de Vrije Universiteit m 1987
om voltijds als huisarts werkzaam te zijn. In 1990 kwam hij terug en werd medewerker bij de vakgroep huis-
artsgeneeskunde. Van 1995 tot 2005 kreeg hij opnieuw een deeltijdse onderwijstaak bij de afdeling Metamedica,
onder leiding van de hoogleraar medische filosofie en ethiek dr. E. van Leeuwen. Tak zou zijn filosofiestudie niet
afmaken. Hij overleed plotseling in december 1981.
66 Deze gegevens over het onderwijs zijn ontleend aan het rapport van de Beleidscommissie Vakfilosofie en
Medische Ethiek, getiteld Taak en structuur van het wijsgerig onderwijs aan de medische faculteit der Vrije Uni-
versiteit (april 1975), in Metz Personeelsdossier, 1980-944. Zie Van Bergen, Van genezen m geloof, p. 644. O o k
Broekman Personeelsdossier, 1995-81.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's