GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 238

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 238

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

^34 V B Filosofen van de systematische vakken

Bovendien staakte hij met onmiddellijke ingang met het geven van zijn colleges

sociale ethiek in de subfaculteit. Dat een hoogleraar overging tot staking was nieuws

en haalde in oktober 1976 dan ook vrijwel alle Nederlandse dagbladen. In verschei-

dene bladen gaf Troost interviews met de strekking dat de communistische studen-

ten aan de Vrije Universiteit met hun marxistische gedrevenheid en harde strijdmid-

delen een overwinning hadden behaald en dat het hem onmogelijk werd gemaakt om

onderwijs te geven naar zijn christelijke overtuiging.'"'

Troost gebruikte zijns inziens principiële argumenten als zijn doceervrijheid en het

christelijk karakter van zijn onderwijs dat hij verdedigde op grond van de doelstel-

ling van de Vrije Universiteit en zijn strijd tegen de invloed van het marxisme in het

onderwijs van de subfaculteit. Op grond van deze argumenten dacht hij te kunnen

rekenen op de steun van het college van bestuur. Deze steun bleef echter uit en op de

door Troost genoemde argumenten ging het college niet in. Al eerder, op 28 sep-

tember 1976, had het college in een gesprek met Troost zijn aangekondigde college-

staking afgekeurd; het geven van colleges prejudiceerde volgens het college niet op

een toetsing door de universiteitsraad.

Uit de correspondentie tussen Troost en leden van het college van bestuur en de

verslagen van tussen hen gevoerde gesprekken, valt af te leiden dat het college een an-

dere kijk op de kwestie had dan Troost. Ook in andere faculteiten kwamen marxis-

tisch gemotiveerde acties voor en het college had geleerd met een zekere omzichtig-

heid met deze problemen om te gaan. Het college van bestuur zat echter met de

moeilijkheid dat Troost al verscheidene jaren er niet in was geslaagd om de relevantie

van het vak sociale ethiek in het onderwijsprogramma van pedagogiek en andrago-

giek duidelijk te maken.'"'* Het college was van mening dat hij de kritiek op dit manco

niet kon pareren met een beroep op de doelstelling en met kritiek op het marxisme.'"'

Het college van bestuur berichtte Troost op 28 oktober 1976 dat het geen grond

zag om het besluit van de subfaculteitsraad te schorsen en vroeg advies aan het colle-

ge van decanen over de vraag of het besluit ter vernietiging moest worden voorgelegd

aan de universiteitsraad. De door de decanen benoemde commissie, die bestond uit

de hoogleraren mr. H. van der Linden, dr. E.H. van Olst en dr. H. van Riessen, ver-

diepte zich in het omvangrijke dossier en kwam op 17 maart 1977 met haar rapport

dat op enkele kleine wijzingen na door het college van decanen werd overgenomen.

De conclusie was duidelijk: 'Het College van Dekanen is, alles overziend, van me-

ning, dat bij de besluitvorming met betrekking tot het vak sociale ethiek is gehandeld

in strijd met de geldende regelingen en de algemene beginselen van behoorlijk be-

stuur'. Het college besloot zijn conclusie met de opmerking dat 'het bewuste besluit

van de subfaculteitsraad niet in stand kan blijven. Het beveelt... dan ook aan te be-

vorderen dat het besluit wordt vernietigd op grond van "strijd met de geldende rege-

hngen" en "ernstige schade aan het belang van de universiteit'".'"*

Voordat het college van bestuur het gewraakte besluit ter vernietiging zou voorleg-

gen aan de universiteitsraad, informeerde het college de subfaculteit omtrent het oor-

105 Zie o.a. Elseviers Magazine, 2} oktober 1976.

loé Toen Troost aan het bestuur van de Subfaculteit der Pedagogische en Andragogische Wetenschappen

schreef (i 5 oktober 1975), dat zijn leeropdracht luidde 'onderwijs in de ethiek' en niet 'beroepsethiek voor ago-

logen, noch iets anders van dergelijke aard', moet hij vergeten zijn dat bij zijn benoeming expliciet was bepaald

(zoals in het bovenstaande reeds werd geschreven) dat hij 'onderwijs in de ethiek der opvoedkunde' zou geven.

Archief GIF, doos 48.

107 Zie verslag van het gesprek college van bestuur en Troost (28 september 197e), in archief CIF, doos 48.

108 'Advies van het College van Dekanen' (28 april 1977), evenals het advies van de commissie-Van der Linden

(17 maart 1977) en de genoemde brief aan Troost, in archief senaat/college van decanen. Kwestie Troost, dossier 2.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 238

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's