GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Nieuwe Boeken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuwe Boeken.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

S. Anema, , Keurgerechten van Nederlandsch Proza en Poëzie. H.

Het boek, dat we deze week moeten bespreken, IS bet tweede en laatste deel van een bloemlezing uit de Nederïandsohe literatuur, bestemd „voor de drie eerste jaren der Qb'ristelijke scholen met leerlingen bioven den leerplichtigen leeftijd".

We kennen den samensteller van dezien bundel, Seerp Anema, al lang uit verscbillenden literairen arbeid, die |bem reciht geeft op den naam van christelijk kunstenaar. Beb'alve meerdere gedicli'ten van moderne structuur en .studiën over dichters en schrijvers (bLv. „Een vergeten dichteres uit de 18e eeuw, Clara Feyona van Sytzema) gaf bij ook den bekenden christelij'ken roman „In 's levens opgang". D© beginselen, waaruit deze auteur leeft, kennen we dus voldoende; We weten alziooi ook op' welke basis deze. bloemlezing is opgebouwd.

„Keurgerechten” is dan, wat we zouden Icunnen noemen een christelijke bloemlezing.

Dit feit maakt op zicb'zelf h'et boek' al van beteekenis, want als zoodanig Vult h'et een leemte aan, die aan onzte «bristelij'ke scholen sterk' werd gevoeld. We hebben den mooien bundel van Wout'ers „Neerlandia", niaar dat is toch' vooral een studieboek, evenals het voortreffelijke, veelgebruikte „Onze Letterkunde" van D'r J. van der Valk. Een zeer verdienstelijk werk is ook „Uit eigen land" van L. Bückmann, doch dit is weer meer leesboek. Een bloemlezing, die tussoben deze beide soorten het midden houdt, badden we niet, ten minste niet z'ulk' een, die zonder voorb'ehbud voor bet christelijk onderwijs 'kbn worden aanbevolen. Daarom was er voor ©en 'biundel als de beer Anem'a tbans heeft gegeven nqg plaats, naast de piraebtcoUectie bloemlezingen, waarover we kunnen beschikken .

Inderdaad is de collectie, die den docent bij z'n onderwijs ten dienste staan, zeer belangrijk. Te beginnen met de ietwat verouderde deelen van Penon bestaat een ganscb© serie bloemlezingen uit de literatuur, vertegenwoordigers van allerlei onderwijs-en paedagogiekopvattingen en verzameld volgens velerhjaade overweging. We biebben: De Groot, Leopold en Rykens (W. Pik); Analecta van Dr B.; Aangename Uren; Van eigen bodem'; naast jongeren als Van den Bosch en de Vooys; Bolkestein, Poelbekk© en Prinsen; Knuttel; Leffertstra; Prinsen; Rijpniia en vele .andere.

Stellig hebben al dez© uitgaven hlin verdienste. Er z-ijn er 'bij die, als de bundel van Dr Scbotliorst, tegelijk leerboek zijn voor literatuurgeschiedenis of als „De Bloeiende Bongerd" aestbetiscbe kennis 'bij brengen en leeren toepassen; andere bedoelen minder bekenden schrijvers bekendheid te geven of het vrijwel onbekende van veelgelezen auteurs ingang te verschaffen. En er naast staan vele afzonderlijke verzenbundels van oudere en nieuwere diclbters, w^aarvan ik' nu maar geen voorbeelden zal noemen, omdat titels alleen zoo weinig zeggen. Ik geloof daarom, dat We alle reden hebben om van een pracht-oollectie te spreken.

Maar toch — zonder bezwaar bruikbaar voor bet cibristelijk' onderwijs is 'eigenlijk' geen van dez: e boeken. Ze zijn uit (andere overtuiging dan de onze geschreven en acoentueeren ap beplaalde punten óf te veel óf te weinig. Men zie in ziilk een kara'kterscbets niet ©en soort van eigengereclitig'heid, alsof bij ons alleen de wijsheid is, maar een oordeel, waartoe we komen bij ibet aianleggen vlan den toets van ons beginsel, dat ook bij de keuze Van leerboeken voor onze sc; bolen leefregel moet zijn. Aan bet gebruiken van „neutrale" bloemlezingen, al zijn ze met lofwaardige objectiviteit samengesteld, zijn gevaren verbonden die niet onderschat mogen worden. Dr Wielenga, wijst er weer op in z; 'n pias Verschenen boek „Moderne letterkunde en Cjir. opvoeding", naar aanleiding van de b'roch, ure van Ida Heyermans en er is .ial veel meer over geschreven. Daarom kan b'et christelijk onderwijs zich er niet zonder voorbehoud van bedienen en bestond nog altijd behoefte aan een, laat i'k miogen z'eggen, zuiver literair leesboek, naast de elk, op zidbzelf waardevolle bundels van Wouters, Vain der Valk' en Bücknïann.

In het „Voorbericiht" dat aan het eerste deel voorafgaat, ontwikk'elt Seerp Anem'a, die zielf leeraar bij bet middelbaar onderwijs is geweest, m'.i-zeer juiste igedaciiten, over de keuzte van leesstof en de methode v^n werken. H©t is !hier nu niet de plaats daar nader op in te 'gaan. 'Slechts neem ik over wa, t hij zegt ter verklaring van den titel van z'n werk:

„Men moet, dunkt me, een uur of vier intensieven arbeid kunnen fe'even aan één stof. Men maakt de Mas • onrustig met de gtelijksoortige stof in het boek bij elkaar te zoeken en bladvulling vind ik contrabande in een leesboek. Het is daarom, dat ik van mijn boek heb trachten te maken een disch met schotels. Elke schotel moet een voldoend aantal porties en-de disch genoeg schotels bevatten."

Volgens dit systeem werkend© iheeft de auteur z'n stof in afdeeUngen gesplitst (in dit tweede deel zijn er 24) en in die afdeelingen neemt bij dan fragmenten op uit ibet werk van één bepaalden dichter of schrijver (Conscience, Scih'aepman, Potgieter, Staring, Bilderdijk) of gedichten, 'die door hun aard samen hooren (b.v. stichtelijke poëzie van Stalpaert, Lodensteyn, DuUaert, J. Luyken, Sluyter; prdz'astukken uit den Jüstorisoben roman van Oltmans, Bosboom, Schimimel).

Deze mietbode lijkt imij goed, wijl ze rustig is. Maar daarbij doet toij de onderlinge groepeering der afdeelingen zonderling , aan. De opVjOlging der eerste Zies „scbotels" is: Reinaert, 'Alberdinck Tbym, Conscie'nce, .Vonde], Kuyper, : StalI)ia©rt v. d. Wiele, waarbij ik geen reden zie, zoo in, 'grijpiend af te vnjken van d© chronoloigiscb'e voligorde. 't Zelfde bezwaar ibeb ik tegen sonimige onderv©rdeelingen in de afdeelingen zelfs, als b'.v. in afd. IV: Vondel, Luyken, Nieuwland, v. Alph'en, Bilderdijk, Poot. Ook zie ik geen afdoend argument om' poëzie van Beets en Guido 'Gezelle in één groep' sanien te btengen (afd. XIX).

De keuze der stukken is over 't algemeen gelukkig; illustratief b.v. is |het stellen van de prozabewerking der Ilias yan 'K. v. d. Woesteyne naast de vertaling in jbexamieters van Vosm: aer; meestal ook zijn de lovergenomën gedeelten goed ter kkrakteriseering van den schrijver. Maar een opname van Jaromir te Praag (Staring) als deel van den Jaromircyclus lijkt toij, gezien de wordingsgescbïedenis van bet stuk, foutief en een fragmentarisch' plaatsen van Da 'Costa's Hagar is naar mijn meening niet juist • met ihet oog op de sterke centrale gedachte van bet dichtwerk.

Een bijzonder goede afdeeling Vind ik de laatste, waar Anema salmenbrengt dichterlijke gedeelten uit de Heilige Schrift, den zianjg uit 1 Sam', over Sauls dood, Jesaja 53, Openbiaringen 1 en, inderdaad goed gekozen verzen van Psalmten (Ps. 21, 36, 56, 65, 68) en Geziangen (50, 124, 189) zulke stukken leeren ziclb bij uitstek er toe om' ze de leerlingen uit 't hoofd te laten leeren. Terecht zegt de auteur:

„Ook voor het van buiten leeren wil mijn boek keus bieden, 'maar niet uit een nieuw soort kinderverzen, feiek van natuurgevoel. We kunnen de energie onzer kinderen richten opi een stof, die voor hen waarde behoudt."

Dit is bij uitstek christelijke literatuur, die in ©en cbristelijke bloemlezing alleszins op haar plaats is.

Ik sprak alleen over Ib'et tweede deel, dat ons ter recensie werd toegezonden. Majar het eind-oordeel betreft natuurlijk 'bet : gebe©le werk.

En onze opinie kan geen andere wezen, dan een betuiging v-an ingenomeiih'eid, zelfs van blijdscjhap, waaraan we gaarne den wensch! toevoegen, da, t dit boek vel© .gebruikers moge vinden.

C. T.

Bij de Uitgevers-Miaatscjbap^pij .„Holland" is als tweede deel in de serie „Christendom en Literatuur" verschenen: Dr B. Wielenga „Moderne Letterk'unde en Christelijke Opvoeding".

Dit book bevat, hier ©n daar gewijzigd, de artikelen in „De Reforniatie" verschtenen in den loop v^n den vorigen jaargang.

De titels der hoofdstu& en zijn als volgt:

I. Het nieuwe probleem.

I. De botsing tusschen het Christendom en de hedendaagsche cultuur. II. D< e opdringende beweg; ing van '80 en haar navferking öp' pnzen Christelijken kring. ni. Veranderde tijdsomstandigheden. IV. Verandering in gieestesgesteldheid. Y. Het geheim van den invloed der „modernen". VI. Intellektueele ontwaking bijl de Christenen. VII Moderne letterkunde bijl het Christelijk onderwijs. VIII. Moderne letterkunde en de Christelijke jeugd in het algemeen. IX. Literatuur en Kunst in het Christelijk gezin. X. D© moderne letterkunde en de beweging , der jongeren.

II. Opvoedkundige bezinning.

I. De macht van het boek. II. Tendentieus karakter der moderne letterkunde. III. De ziel van het boek. IV. Waarschuwing van moderne, zijde.

III. De Opvoedkundige plicht.

I. Volstrekte onthouding onmogfelijk. II. Onverdedigbare staking. III. Het wachten opi nieuw'e Iptoducten. IV. Noodzakelijkheid van gezonde kritiek. • V. Onbetrouwbare recensies. yi. Waardeering gevraagd. < VII. Dichtkunst zonder kunst. VIII. Het nieuwe geluid. IX. Eerstelingen zijber schepselen. i

IV. Praktische wenkten.

I. Overvloedig g|ewas. II. Geschenken der voorzienigheid. III. Literaire vriendschap. IV. De Kunst va, n het lezen. V. Schrale oogst. ' ;

B. W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Nieuwe Boeken.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's