GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Het goed van Cronaert". (H. Kuyper—v. Oordt).

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Het goed van Cronaert". (H. Kuyper—v. Oordt).

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mevrouw Kuyper—Van Oordt, schrijfster van verschillende tijdschrift-schetsen en eenige novellen, heeft niet lang geleden een nieuw boek' het licht doen zieni) „Het goed van Cronaert".

Zonder aan de waarde van de vorige geschriften te kort te doen, geloof ik te mogen zeggen, dat dit nieuwste werk het andere overtreft èn in z'n inhoud, èn in z'n vorm: de inhoud is fijn als een pastel-teekening en de Vorm zuiver en harmonieus als de ineenvloeiïng van zachte kleuren.

Het boek — een roman, al is er geen romangebeuren — vertoont eenige overeenkomst met de bekende verhalen van L. E. en 'Ignatia Llibeley. Als zoodikwijls in de aantrekkelijke historieromans van deze beide Schrijfsters is hier een O'ud huis met 'z'n bewoners het middelpunt en vormt het leven-van-allen-dag, zooais het in en rondom dat oude huis zich afspeelt, de kern Van het verhaal.

We worden binnengeleid in een statige patriciërswoning, groot en ruim, met haar uitgestrekten hof, den moestuin, de stallingen, de dienstwoningen, het erfgoed van de familie Cronaert. „Vijverlust", zoo heet het huis, ligt aan de Langehaven, midden in de zich uitbreidende stad. Maar Gregorius Cronaert, de bewoner, houdt met echten patriciërstrots het geheele co'mplex vrij van lederen invloed , van buiten, 't Moet blijven, zooais het was, uiterlijk en innerlijk, groot, massaal, welsprekende

getuige van vroegeren rijkdom en glorie. Zoover ' zelfs trekt hij deze gedragslijn door, dat, als z'n buurman Bakker Verschure een Tiem behoorendi stuk land achter het goed van "Cronaert verkoopt aan een bouwonderneming, hij met dezen brouilleert. En het uitzicht uit de nieuwe volkswoningen op; zijn tuin neemt hij weg door den aanplant vain hoogen breedgroeiende boomen. Het familiegoed is hem alles, daar leeft hij voor, daar wijfdt hij z'n zorgen en z'n gedachten aan; 't is Voor hem de inhoud en de beteekenis van den familienaam.

In dit typisch patriciërsmilieu, met Gregorius Cronaert als den vertegenwoordiger van een uitstei-vend regentengeslacht als middelpunt, komen we binnen met eeai jong nichtje, Jacoba, die opi verjaardagen en nieuwjaarsrecepties haar kinderlijke gelukwenschen, plichtmatig en in de vormen, zooais dat bij het 19e eeuwsche leven behoorde, aan „neef Gregorius" komt aanbieden. En in de analyse van haar gedachten, haar overleggingen van alles wat ze ziet in en rond 'het deftige huis, wordt ons de sfeer ge'teekend van de statie-volle kamers, het geslachten-onde meubilair, 't veelvuldige porcelein en kristal, alles ërfgo^ed als het andere, de tuinen, de stallen, de sfeer ook Van dei menschen, die er wonen.

De beschrijving, tot in bijzonderheden, van heel deze omgeving is in 't eerste gedeelte van het boeik de hoofdzaak. Maar die beschrijving is zoo fijn van kleur, zoo precies gehouden in den toon, die in zoodanige entourage moet hebben geheerscht, dat 't geheel wordt als een schilderstuk, afgewerkt tot in détails en in al z'n onderdeelen met dezelfde liefde verzorgd. En te meer weet de SchrijfsteE dit te doen spreken, doordat ze het bewonderende, alles-opmerkende meisje, met haar kindergedachfcen en kinder-belangstelling steeds de tussdienpersoon doet zijn tusschen-den lezer en wat deze moet zien.

Uit alles is echter duidelijk, dat de bloeitijd van de familie Cronaert, en ook die van het erfgoedi voorbij is. Er ligt iets stil-weemoedigs over alles: Gregorius en z'n broer willen het verleden behouden, de glorie vastleggen in allerlei kleine, maar tastbare herinneringen, doch 't donkerende heden neemt de kleur van alles weg. En zoo ziet Jacoba en zien wij het goed van Cronaert in z'n afgang, ofschoon Gregorius alles doet om dien tegen te gaan

De jaren verloopen. Jacoba, groot geworden, isi met Gregorius' oudsten zoon getrouwd. Maar deze sterft jong en, als dan ook de vrouw des huizes wegvalt, neemt Jacoba haar intrek bij haar schoonvader. Er is een wederzijdsche liefde: hij ziet in

haar de dochter van de vrouw, die hij begeerd had, maar uit famiHeoverwegingen niet trouwen mocht, zij, van kind af in 'stille adoratie voor „Tijverlust", gaat mèt hem op in de zorg voor ialles, tracht met en voor hem de traditie in leven te houden.

Gestaag echter blijkt dit moeilijker: de oude vrienden sterven, of vertrekken, de tweede zoon doet een huwelijk buiten den kring van zijn stand en toont, onder invloed van z'n vrouw en haar vader, niet den minsten eerbied voor het goed; er komt verval, hier en daar en overal, wijl-Gregorius niet meer bij machte is tot een behoorlijk onderhoud. Maar z'n liefde voor het goed' van Cronaert blijft en z'n vasthouden aan de onschendbaarheid ervan ook. De familiereunie wordt ten slotte nog maar door een verren "bloedverwant bezocht, maar voor hem wordt alle statie van vroeger gemaakt, omdat de reunie moet blijven. En Jacoba, met fijnen tact, handelt geheel in dien geest en, zelf gekomen in het schaduwdonker van het leven, is het eentonige, stille verglijden der dagen haar een zoet-weemoedige vervulling.

Ten slotte sterft Gregorius, op z'n oude kamer, in z'n eigen huis, oud en levensmoe en in de statige kamer, waar de hoogtijden der familie werden gevierd, is zijn begrafenisdag de laatste reuniedag van de enkele overgeblevenen.

Zooals men ziet, gebeuren is er 'in dit heele verhaal vrijwel niets, 't Komt alleen aan op "de sfeer, 't is alleen om de teekening-in-woorden te doen. Maar, we zeiden het reeds, die is zoo fijn en tegelijk zoo diep-indringend van kracht, dat de lectuur van dit boek een genot wordt, een literair genot. Er is niets pompeus' in het heele verhaal, 't is alles even eenvoudig en sober, maar de tint is als die van den avondzonnehemel, teer len schoon Ik geloof, dat dit boek een verrijking beteekent van onze moderne literatuur, omdat het, tegenover 't veelszins wilde aspect van den modernen roman, de rust doet zien van talentvolle beschrijvingskunst.


1) bij' de HoUandia Drukkerij te Baain.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 maart 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

„Het goed van Cronaert

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 maart 1926

De Reformatie | 8 Pagina's