GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De boodschap van G. B. Shaw.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De boodschap van G. B. Shaw.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Wat voorts Shaw's meeningen over religie aangaat, moge als kenmerkend gelden, dat J. S. Collis in zijn boek over Shaw vertelt, dat hij dikwijls een kerk bezoekt en er uren in gepeins verzonken doorbrengt, maar... slechts als ze leeg is.

Dit is daarom zoo kenmerkend voor Shaws godsdienstige opvattingen, omdat hij in een schijnbaar gelij kenden vorm geheel andere gedachten brengt. Van het Christendom in den zin van gehoorzaamheid aan Gods openbaring, moet hij niets hebben. Met de kerk brak hij reeds vroeg: de kerkschheid en de sleur stonden hem tegen, verklaarde hij.

Nu drijft hij met de opvattingen van het Christendom den spot, meermalen aan blabpheraie grenzend. Zijn tooneelstuk „the Shewing-up of Blanco Posnet is door den censor in Engeland onderhanden genomen, om de beleedigende uitdrukkingen, die er in voorkwamen. Niettemin zegt Shaw in zijn voorwoord tot dit tooneelstuk: „dit tooneelstukje is een echte religieuze verhandeling in dramavorm". Het behandelt de geschiedenis-van een man, die een paard gestolen had en zich nu voor de rechtbank verantwoorden moet. God had het er kennelijk op vooi-zien, hem een valstrik te zetten. Shaw ontziet zich niet, hiervoor de meest stuitende uitdrukkingen te gebruiken. Maar de getuige a charge kan haar uitspraken niet volhouden en de eenige, die hem zou kunnen beschuldigen, maar het natuurlijk niet doet, is de vrouw aan wie Blanco Posnet het paard afstond om haar zoon naar den geneesheer te brengen. En zoo wordt, ondank Gods „tegenwerking". Blanco Posnet vrijgesproken. Hier treedt, wel duidelijker dan ooit, Shaws afkeer van het Godsbegrip in den christelijken zin aan het licht.

Trouwens, ook andere spelen, als „the Devils disciple", waar de discipelen van den duivel tegenover de discipelen Gods gesteld worden en de vergelijking ten gunste der eersten uitvalt, en de scène in de hel uit „Man and Superman", die vol spot is over de bijbelsche begrippen hemel en hel, zaligheid en verlorenheid, bewijzen Shaws afkeer van de kerkelijke opvattingen, een afkeer, die zoo sterk is, dat men hem zelfs uiterlijk niet meer tot het Christendom mag rekenen.

Toch heeft Shaw een godsdienst. De godsdienst van de „Life Force", de levenskracht. Nadat hij zich eenigszins van het Socialisme in engeren zin had afgewend, verdiepte hij de gedachten van dezen godsdienst der aarde, tot een religie van de Life Force. Onder God verstaat hij de levenskracht. Het is een onbewuste macht, strevend naar bewustwording en in alle leven aanwezig. Het heelal wordt door haar tot steeds groot er vervolmaking gedreven. Ze ontstaat door den wil. Den mensch voert zij, langs den weg der Creative Evolution, tot het stadium van den „Uebermensch", welk stadium verkregen wordt door het aanvaarden van den wil tot leven. Zoo is de hemel niets anders dan de hoogste vorm va, n deze levenskracht, de toestand, waarin de wil tot leveEtot volle ontplooiing kwam, terwijl de hel, overigens een heel niet onaangename plaats, de ontkenning van dezen wil tot leven is. Men vindt, behalve in „Man and Superman" zijn opvattingen hieromtrent vooral uiteengezet in zijn grootste drama „Back to Methuselali". Daarin geeft hij een historisch overzicht van de „Creative Evolution" : door den wil tot leven gaat de mensch van stadium tot stadium voort, tot op den duur een zuiver geestelijk bestaan, waarin alle aardsche factoren zijn overwonnen, verkregen wordt Van zijn lichamelijlie gebondenheid bevrijd, kan de mensch zich dan geheel geestelijk ontwikkelen.

Geheel in overeenstemming met dezen eigen uitleg der godsdienstige begrippen, zijn Shaws overige opvattingen. Cliristendom, zooals hij het wil, staat los van de kerk, überhaupt van elke openbaring. Jezus was een groot mensch, een sociaal hervormer. In zoover wil Shaw in Hem gelooven. Maar wanneer liij in een correspondentie met Frank Harris, die dit later in zijn verdienstelijk boek over Shaw publiceerde, hierover spreekt, kan Shaw niet nalaten met Jezus te "spótteh. Iets heiligs omgeeft Zijn gestalte niet,

een Goddelijke zijde loochent Shaw ten eenenmale, ook een opstanding was er niet.

Zoo huldigt Shaw ook over den Bijbel eigen opvattingen. Hij ziet er slechts een menschelijk werk in, dat menschelijk beoordeeld mag worden en verklaard. Aan een Goddelijke factor der inspiratie geeft hij in zijn „Quintessence of Ibsenism" dan ook een eigen uitleg. Inspiratie is er altijd, ïegt hij. Ze hield met het sluiten van den codex niet op. Waar menschen zijn, is ook inspiratie, die dan als artistiek talent wordt opgevat. „De moderne Europeesche litteratuur en muziek vormen thans een Bijbel, die in waarde voor ons den ouden Hebreeuwschen Bijbel ver overtreftI"

Op deze wijze geeft hij een eigen interpretatie aan Bijbelverhalen.

Men lette slechts op de scène in den hof van Eden in den aanvang van „Back to' Methuselah". Adam en Eva voelen maar heel weinig voor onsterfelijkheid. Ze zijn geheel aan dit tijdelijke leven gebonden. Hun interesseeren het meest de geheimen van dood en geboorte. En zoo verklaart Adam ook de stem in den hof. Nadat de slang gezegd heeft: „De stem in den hof is uw eigen stem", antwoordt Adam: „Ja, en toch ook weer niet. Het is iets grooter dan ik. Ik ben er slechts een deel van". Het is duidelijk, heel het Bijbelverhaal wordt tot ©en allegorie van de Life Force. Dit is Shaws opvatting van den Bijbel.

Het kan dan ook niet verwonderen, dat de •nioraal, die uit zulk een godsdienst volgt, vol-Komeu autonoom is. Wat Shaw wil, is een „ori-ginal morality", een eigen, oorspronkelijke zedelijkheid, niet ontleend aan vaste zedewetten, nog minder aan tradities. Slechts het eigen innerlijk is beslissend bij de vraag naar goed en kwaad. Hoofdzaak is hem een persoonlijke daad, die, al druischt ze op zichzelf tegen iedere moraal in, haar kracht ontleent aan de eigen persoonlijkheid. De daad van Mrs Warren (in: „Mrs Warrens Profession"), die zich aan ontucht overgaf, om op deze wijze haar levensbestaan te verzekeren, is daarom goed te keuren.

Men zou met Edward Shanks zijn opvattingen over moraal als volgt kunnen samenvatten: „Doe iets! Laat het zoo mogelijk iets goeds zijn, zoo niet, dan moet hel maar iets slechts zijn. Maar doe hetl"

Er is in al deze opvattingen zeker een samenhang te herkennen. Wel in de eerste plaats valt de „Diesseiligkeit", die er uit spreekt, in het oog. De godsdienst komt op uit hel leven, dat uit zich zelf verklaard wordt en in zichzelf zijn zin vindt. De godsdienst is feitelijk niets anders dan één der uitingsvormen van dat leven, dat zich uit immanente factoren ontwikkelt en nimmer boven zichzelf uitstijgt. Een bepaald doel is er niet, het is een eindelooze kringloop, steeds om het zelfde middelpunt. „Aan het leven alleen is geen einde" zegt Lilith aan het slot van „Back to Methuselah".

Maar, naast deze principiëele bedenkingen, moet men toch ook zeggen, dat zijn uitwerking van de idee der levenskracht, der Life Force, van de ontwikkeling der menschheid eenigszins oppervlakkig is. Niet slechts, dat hij voortdurend bedacht is, er grappen mee uit te halen, en ten gevolge der evolutie komische situaties ten tooneele te voeren, ook blijft zijn opvatting van de ontwikkeling zelf uiterlijk. Het hoogere stadium van den mensch beteekent niet een hooger, maar uitsluitend een langer leven. Zijn menschen komen niet op hooier plan, al bevrijden ze zich van hun lichamelijk bestaan.

Dit behoeft ook niet te verwonderen, want veel van zijn opvattingen zijn aan anderen ontleend. De „Life Force", het leven, dat door den wil bestaat en verkregen wordt, doet aan Schopenhauers „Welt als Wille" denken, wiens voluntaristische ideeën in hoofdzaak door Shaw werden overgenomen, terwijl zijn ontwikkeling tot den „Superman" zelfs in het woordgebruik aan Nietzsche herinnert. De gedachte van de „Creative Evolution" leende hij wel van Bergson.

Al ontstond uit hel totaal dezer meeningen een systeem, toch is het te sterk aan opvattingen uit een bepaalde denkrichting, Ie veel aan eigen lijd gebonden, om een godsdienst, die de eeuwen verduurt, te kunnen zijn. Den hoogmoedigen aanbidder van het leven moei de verlossingsgedachle vreemd zijn.

(Slot volgt.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 maart 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

De boodschap van G. B. Shaw.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 maart 1934

De Reformatie | 8 Pagina's