GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De lijn der Doleantie verlaten?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De lijn der Doleantie verlaten?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

OP EN OM ‘T KERKPLEIN

In de dagen van de jongste vrijmaking der kerken is de vraag aan de' orde geweest, of de toen bezwaarden en daarna vrijgemaakten voortgingen in de lijn der Afscheiding, ja dan neen? Professor Dr G. M. den Hartogh heeft gepoogd die vraag ontkennend te beantwoorden. Ds C. H. Lindeboom heeft de brochure, v/aarin die poging ondernomen werd, op die tijd en in die fase van de strijd geschreven, terecht als een afleidingsmanoeuvre ontmaskerd. Een afleidingsmanoeuvre, wijl afvoerend van het eigenlijke punt in geding.

Toch heeft de vraag haar recht. Het is zeker niet zonder belang te weten of de Gereformeerde kerken zich in een zo gewichtig stuk der leer als die omtrent het verbond der genade bewegen in de lijn der Afscheiding of niet. Al is ook die vraag niet beslissend. Althans niet wanneer ze beantwoord wordt met een beroep op wat afgescheiden leraars in deze gesproken en geschreven hebben. Beslissend is slechts de vraag of de Gereformeerde kerken trouw zijn aan de Heilige Schrift en aan de Belijdenis der kerk, tot welke ook de Afgescheidenen zijn wedergekeerd en die zij in de Acten van Afscheiding opnieuw als accoord van kerkgemeenschap bezwoeren. Tenslotte zullen ook de particuliere meningen van Afgescheidenen aan die maatstaven moeten worden getoetst. Maar de vraag: In de lijn der Afscheiding? houdt haar relatieve betekenis.

Maar het heeft minstens evenveel zin de vraag op te werpen of in de leer des verbonds de Gereformeerde kerken dan misschien de lijn der Doleantie verlaten hebben?

De vraag schijnt voor wie de Doleantie met de persoon van Dr A. Kuyper, met de toenmalige Theologische Faculteit der Vrije Universiteit en De Heraut uit die dagen vereenzelvigt, schijnbaar spoedig beslist.

Schijnbaar.

Want niemand vergete, dat tal van uitlatingen van Dr A. Kuyper over deze materie eerst van later datum zijn. Voorts, dat de vereenzelviging van de Doleantie met Dr A. Kuyper historisch onwaar en niet anders dan een mythe is. Kuyper moge in die beweging een klinker, geen medeklinker zijn geweest, een machtig instrument Gods in die tweede reformatie in de Nederlandse kerken der negentiende eeuw, het is niet zo, dat Kuyper doleerde en dat de overigen slechts con-doleerden, te weten doleerden mèt hem. Trouwens, wat was de Doleantie? Is haar historie ten volle getekend in het gebeuren te Amsterdam, te Voorthuizen, te Kootwijk? Niets daarvan. Zij had in tal van plaatsen haar eigen historie. Met haar eigen plaatselijke achtergronden. Ze is hier en daar voorbereid door predikanten uit de toenmalige Christelijke Gereformeerde kerk, wier optreden waarlijk niet slechts' als een katalysator gewerkt heeft in de kerkelijke gisting dier dagen. Zo men wif: meer dan één dolerende gemeente droeg het stempel der scheiding. In dit opzicht mocht bij de kerkgeschiedschrijving wel eens meer rekening gehouden worden met wat Kuyper zelve opmerkt in zijn Encyclopaedie: „Men kan toch, teneinde dieper in de détails in te dringen, zich (bij de beschrijving van de vaderlandse kerkgeschiedenis) beperken tot de kerkelijke historie van Friesland of Zeeland, van Amsterdam of Rotterdam en even zoo de patria slechts van een enkel tijd­ perk tot onderwerp van zijn studiën kiezen. Zelfs kan de monographie één enkel punt uit de kerkelijke historie van eenige plaatselijke Kerk in een bepaald tijdstip toelichten, en het zijn niet het minst deze monographieën, die de historie der vaderlandsche kerk voeden en in het rechte spoor houden", in^, 288.

Bij zulk détailonderzoek zou blijken, dat de mening dat de leer der Gereformeerde kerken omtrent het verbond per sé niet „dolerend" zou zijn, op zijn minst voorbarig is. Het was in de dolerende kerken waarlijk niet alles om zo te zeggen Kuyper-éénzang wat de klok sloeg. We denken aan een preek van de dolerende Dr L. H. Wagenaar uit 1890. Over Gen. 17 : 7. We geven een citaat, dat de kern der zaak raakt: „Zie, wanneer een Grieksche beeldhouwer een kunstgewrocht formeeren wou, dan koos hij uit de Corinthische marmergroeven een voor zijn oogmerk passend marmerblok uit. Dat marmerblok werd in zijne werkplaats gebracht, op de plaats der eere gesteld, gereinigd en toebereid. Maar dan zette zoo'n kunstenaar den beitel erop en rechts en links vlogen de stukken eraf, zoodat wellicht een deel ver beneden de helft overbleef; maar dit blijvende werd een beeld, dat scheen bezield te wezen met een adem Gods en des kunstenaars roem uitriep heinde en verre.

Zoo nu handelt in de formatie van het lichaam Christi de HEERE.

De zichtbare kerk, het geheel der gedoopten, ook te dezer plaatse, is zijn marmerblok, door Hem uit de volkeren verkoren tot vooirwerp voor de bearbeiding met zijn Geest en Woord.

Maar ach, ook uit deze zichtbare kerk vallen vele lidmaten uit, en daar blijft slechts over die onzichtbare kerk, die de Heere zag, die zijn beeld vertoont, zijn glorie roemt.

Doch één gewichtig onderscheid is er tusschen hetgeen er gebeurt met het doode blok en de levende kerk.

De brokken van het onbewerkte marmer vliegen er uit en vallen af naar het welbehagen des beeldhouwers zonder eigen keuze; doch de ledematen der kerk, die verloren gaan, gaan verloren — wel overeenkomstig het welbehagen des Heeren, doch door eigen keuze en daarom door eigen schuld.

Niemand uit uw midden kan verloren gaan, dan met zijn wil; dan door moedwillig en hardnekkig weigeren om zalig te worden; gij gaat verloren door onverschoonlijk ongeloof en diep zondige ongezeggelijkhe i d en o n b e- k e e r 1 ij k h e i d.

Niemand uit uw midden raakt los van Christus zonder opzettelijk worstelen, om van Hem los te komen."

Zo preekte de dolerende Dr Wagenaar. Zo werd in de leeskerken der dolerenden gelezen. Nu zeg ik niet: dit is de dolerende wijze van preken. Maar niemand kan zeggen: dit is niet-dolerend. Het is de taal van een dolerend predikant.

Leg daar nu het Praeadvies, de Toelichting, de leerbesluiten, de vervangingsformule eens naast

En dan staat het nog te bezien, wie vandaag in de lijn der Doleantie gaan.

Er ware uit Wagenaars preek nog meer te citeren, dat de promotors van bindende leeruitspraken nog

stoffe tot nadenken zou kunnen geven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 augustus 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

De lijn der Doleantie verlaten?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 augustus 1952

De Reformatie | 8 Pagina's