GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Revue 1998 - pagina 83

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Revue 1998 - pagina 83

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Diepe weerzin Niet alleen de historicus Klein toonde zich onthutst. Ook vooraanstaande gereformeerden waren ontsteld door de onthullingen van Langeveld. Voormalig fractieleider van de Antirevolutionaire Partij (ARP) Willem Aantjes merkte tegen NRC Handelsblad (16 april) op:

Herman Langeveld

foto: Vincent Mentzel

"Ons standbeeld van Colijn zal hierdoor niet van zijn sokkel vallen, maar ik ben er werkelijk door geraakt." Oud-minister van Onderwijs en Wetenschappen I.A. Diepenhorst was ontsteld door de bevindingen van Langeveld ("Misschien ben ik nu wel geschokt"), maar relativeerde die ook: "Over oorlogsmoraal werd toen heel anders gedacht dan nu." Dat verhinderde PvdA-fractievoorzitter Joop Alderliesten uit het Noord-Brabantse Woudrichem niet van de eis dat de Colijnstraat in zijn plaats een andere naam zou moeten krijgen. Langevelds onthulling over Colijns oorlogsmisdaden hadden bij Alderliesten 'diepe weerzin, grote afschuw en schaamte' opgeroepen. Uitbuiter en crimineel Ook andere burgers toonden zich geschokt. Regionale kranten, aangesloten bij de Gemeenschappelijke Persdienst, publiceerden op 22 april een selectie uit de grote stroom brieven die waren binnengekomen na de onthulling van Langeveld. Die reacties blonken niet uit door subtiliteit. Zo schreef een lezer uit Amersfoort: 'Ondergetekende wil aan uitbuiter en nu ook nog crimineel Colijn niet veel woorden vuil maken. Geen

vrije Universiteit

amsterdam

straatnaam van dit soort!' Nog bonter maakte het een lezer uit De Bilt: "Alle herinneringen aan deze hypocriete, zogenaamde 'christelijke' schoft dienen uitgeroeid te worden." Zonder greintje historisch besef stelde deze lezer Colijn op een lijn met Hitler: "Niets beter dan Adolf en zijn trawanten." Strijd tussen historici Intussen was er ook commotie onder historici ontstaan, al was die dan van een andere aard. Jan de Bruijn, de opvolger van Puchinger als directeur van het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme, publiceerde de brieven van Colijn, waarin de oorlogsmisdaden stonden vermeld. De Bruijn liet de brieven voorafgaan door een inleiding, waarin hij de bewijsvoering van Langeveld in twijfel trok. De Bruijn schreef tot de publicatie te zijn overgegaan om de historische achtergrond van Colijns optreden in Indië te tonen. Volgens De Bruijn had de pers Langevelds onthulling meer als 'nieuwsfeit' dan als 'historisch feit' gepresenteerd. De Bruijns opzet mislukte echter. De pers ging niet in op de rol van Colijn (en Nederland) in Indië, maar concentreerde zich op de rol van De Bruijn en die van het Historisch Documentatiecentrum. Jan Blokker schreef op 1 mei in De Volkskrant dat De Bruijn zich met 'z'n haastig gemaakte bundeltje' niet liet kennen als 'dienaar van de historische waarheid.' Ook de geschiedfilosoof Chris Lorenz, zowel verbonden aan de VU als aan de Universiteit Leiden, deed

De faculteiten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

Revue | 104 Pagina's

Revue 1998 - pagina 83

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

Revue | 104 Pagina's