Revue 2003 - pagina 79

ICT-projecten Letteren beloond

Levende taal is veranderende taal

De projectvoorstellen van vijf Letterendocenten zijn gehonoreerd bij een nieuwe GrassRoots-ronde, uitgeschreven door het ministerie van OC&W. Het CrassRoots-project heeft tot doel het gebruik van ICT in het onderwijs te stimuleren. De vijf docenten zijn Margreet Onrust, Ton Derks, Joris Aarts, Janet van der Meulen en Marca Schasfoort. Marca Schasfoort, docent Gespreksanalyse, vertegenwoordigde de Letterenfaculteit tijdens de SLOC-dag (Studiedag voor Letterendocenten op het gebied van ICT) die werd gehouden op 1 3 juni 2003 in Maastricht. Zij sprak over haar ervaringen bij het inzetten van multimedia in twee colleges over Gespreksanalyse. Voor samenvattingen van de lezingen die tijdens de SLOC-dag zijn gehouden, kunt u terecht op: www.unimaas.nl/SLOC/

Dé Nederlandse taal bestaat niet. Binnen ons kleine taalgebied is de variatie in woordenschat, zinsbouw en uitspraak duizelingwekkend. Denk aan de zachte 'g' of de Surinaamse 'w' (uitspraak), het 'taartje' versus het 'gebakje' (woordenschat) en een zin als 'Hij rookt (zich) een sigaret' (zinsbouw). De taal is voortdurend in beweging; hij verandert met de tijd. Variatie is een momentopname uit dat proces. Taalkundige Frans Hinskens probeert de verscheidenheid van de Nederlandse taal in kaart te brengen en te structureren door de taaivariatie te koppelen aan sociologische en culturele parameters. Hij bezet daartoe sinds september 2003 de bijzondere leerstoel Taaivariatie en Taalverandering bij de Faculteit der Letteren van de VU. De leerstoel wordt mogelijk gemaakt door de Stichting Het Vrije Universiteitsfonds. Hinskens: "Traditioneel richt het onderzoek van taaivariatie zich op de geo-

De faculteiten

grafische variatie van de taal - we noemen dat de dialectologie. Die discipline koppelt dus taaivariatie aan een bepaalde streek of een gebied. De leerstoel aan de VU gaat meer uit van de sociolinguïstische benadering: de koppeling van taalgebruik met sociale structuren (sociaaleconomische klasse, sociale netwerken en geslacht van de sprekers) en processen (sociale mobiliteit). Een ander aspect dat in onze multiculturele samenleving steeds belangrijker word is de taaivariatie als gevolg van culturele of etnische factoren. Denk aan het Turks-Nederlands tegenover het Antilliaans-Nederlands." Het gaat Hinskens vooral om de linguïstische kant van taaivariatie en minder de strikt sociologische kant: "Ik onderscheid socio- linguïstiek en sociolinguïstiek. De eerste benadering richt zich bijvoorbeeld op de vraag in hoeverre bijvoorbeeld Turks-Nederlands en Antilliaans-Nederlands verschillen. De tweede is vooral geïnteresseerd in het taalkundige hoe en waarom van de taaivariatie tussen Turkse en Antilliaanse sprekers van het Nederlands." Naast zijn hoogleraarschap aan de VU blijft Hinskens verbonden aan het Meertens Instituut van de KNAW, waar hij sinds oktober 2002 werkt als bijzonder onderzoeker Variatielinguïstiek en leider van de Onderzoeksgroep Variatielinguïstiek.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen