GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1907 - pagina 129

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1907 - pagina 129

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

121

aanspraak te kunnen maken op ontheffing van den werkelijken

dienst, overeenkomstig de eerste zinsnede van art. 113 der wet,

zijn uitsluitend bevoegd :

V. Voor candidaten en studenten in de godgeleerdheid:

i". b i j . . . . de Gereformeerde kerken:

de rector-magnificus van de universiteit, waar zij zich tot het

leeraarsambt voorbereiden.

Art. 85. De bewijsstukken, in art. 84 van dit besluit ver-

meld, zijn ingericht overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde

modellen No. 18 litt. A—X.

De daarop gestelde handteekeningen worden gewaarmerkt

door den burgemeester der gemeente, waar de afgifte is geschied.

Art. 86. De aan ons te richten aanvrage om ontheffing van

den werkelijken dienst, vermeld in de eerste zinsnede van art. 113

der wet, wordt door den dienstplichtige, die ontheffing wenscht

te bekomen, eigenhandig onderteekend en met het vereischte

bewijsstuk ingeleverd bij den burgemeester der gemeente binnen

welke hij voor de militie is ingeschreven en wel:

1". in de laatste tien dagen van Januari door hem, bedoeld

in de eerste zinsnede van art. 96 onder i" der wet en in de laatste

tien dagen van Maart door hem, bedoeld in die zinsnede onder 2".

2". door hem, die op een ander tijdstip ter inlijving bij de

militie moet worden afgeleverd, binnen tien dagen na de dag-

teekening van den oproepingsbrief

3". door hem, die opnieuw van den werkelijken dienst wenscht

ontheven te worden, in de laatste tien dagen der maand, op één

na voorafgaande aan de maand, waarin de duur van de verleende

of laatstelijk verleende ontheffing eindigt;

4". door den ingelijfde bij de militie, die voor het eerst voor

ontheffing in aanmerking wenscht te komen, zoodra hij meent op

ontheffing aanspraak te kunnen maken.

Het overgeleverd bewijsstuk mag niet vroeger zijn afgegeven

dan tien dagen vóór de inlevering er van bij den burgemeester.

De in art. 85 alinea i genoemde verklaring luidt aldus:

Model NO. 18 lit. B.

Art. 113 der Militiewet 1901.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Studentenalmanak | 224 Pagina's

Studentenalmanak 1907 - pagina 129

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Studentenalmanak | 224 Pagina's