Studentenalmanak 1908 - pagina 129
123
Kom toch mijn liefste, mijn bruid, o mijn schoone,
Kom toch in d' eeuwige lente der rust.
Zij werd bekoord door 't zoete toongetoover,
Zij snelde heen naar 't Hedrenruischend meer,
En zij verdween, verzinkend in de diepte,
Een diepte vol van heilige mysteriën.
En glimlach van geluk lag op 't gelaat
Van haar, die was gelokt ten ondergang,
* *
*
Zóó was de macht van 't wondervolle lied.
ADALGOTH.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908
Studentenalmanak | 170 Pagina's
![Studentenalmanak 1908 - pagina 129](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1908/1908/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908
Studentenalmanak | 170 Pagina's