Studentenalmanak 1926 - pagina 156

144 HET TRAGISCHE

Zooals er voor den Christen geen definitieve tragiek in

eigen leven mogelijk is, daar hij weet, dat zijn leven

ondanks het zondige, het met Gods wil strij^dige, het nega-

tieve, tenslotte in het positieve raadsplan van God is opge-

nomen, zoo bestaat er voor hem „sub specie aeternitatis"

ook geen pessimistisch geloof in een uiteindelijke wereld-

tragedie (Schopenhauer), in den dood, den ondergang der

menschheid, in de overwinning van het kwaad, van den

,,negatieven wereldwil".

Voor den Christen bestaan in eigen leven slechts tragische

momenten. Wel kent hij en ziet hij de tragiek in het leven

zijner medemenschen, den onnutten strijd tegen Gods wil,

die zich in hun leven openbaart, een strijd, bewust of onbe-

wust, die eerst eindigt in den dood. Zulk sterven zonder

verzoening met God is in diepste wezen tragisch. En het

sterven van alle niet-geloovenden, de verwerping van

Christus' verlossingswerk door de wereld, die Hem „niet

gekend" heeft, d. i. het vasthouden aan eigen kracht en

eigen wil — dit is de groote menschheidstragedie.

Doch de Christen weet dat alle tragidc door het geloof

overwonnen kan worden. Want dit is de eenige overwinning,

die de wereld overwint, n.l. ons geloof.

N. S.

Amsterdam, October 1925,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen