Studentenalmanak 1928 - pagina 90

82 JAARVERSLAG

waarloozing van den religieusen nood. Dat verwijt verdraagt

hij niet. Er schuilt in dat naarvoren schuiven van het gees-

telijke heel wat meer uiterlijkheid dan met waarachtige

vroomheid klopt. Sterker nog, ik geloof, dat niets verderf-

lijker heeft gewerkt, dat niets ons Corpsleven zóó heeft

ontkerstend, als het „streven van verschillende d e r vroegere

Senaten om meer aandacht te schenken aan de geestelijke

interessen onder de studenten." Omdat dat streven gepaard

ging met, opkwam uit de gedachte, dat gezelligheid ongees-

telijk is. Die gedachte is valsch. Zij scheidt, wat niet geschei-

den mag worden, zij roept onvruchtbare tegenstellingen op.

De gevolgen bleven niet mt. Velen trokken de conclusie,

dat het geestelijke ongezellig is. Voor wetenschappelijke

Corpsvergaderingen éénzijdige waardeering. Een roep om

amicitia tegenover bezinning op het sociale vraagstuk^

alsof ooit het één zonder het ander bestaan kan. Verwijten

over en weer, een verbijsterende hardheid van oordeel.

In een tijd van grooten tweespalt een ,,Sociale Dag". ,,Be-

rekening" tegenover ,,Constructie", alsof het warmbloedige

leven niet beide bespot. En tenslotte over Uwe vergadering

tweeërlei vonnis, het ééne uit een Sportverslag, het andere

bij monde van het A. B. der G. S. B.: ,,Runderen zijn het"

èn ,,Persoonlijke band aan Christus nergens merkbaar."

ZAe, als wij den gang naar de Sociëteit niet anders kunnen

zien dan als snoepreisje op wereldsch gebied, is zij daarmee

veroordeeld. W e behoeven haar niet op te heffen, want

dan keldert zij vanzelf. Er zal een tegenstelling groeien,

waaraan zij ondergaat.

Maar als wij een open oog hebben voor de behoefte van

het Corps aan eerlijke critiek, aan oprechte humor, aan

verzet tegen geestelijk en maatschappelijk schijnvertoon,

als we zien, hoe de verschillende elementen elkaar noodig

hebben, elkaar moeten aanvullen en opheffen, en als we

zoo in vast vertrouwen op onze saamhoorigheid aan het

werk gaan, dan zal de Sociëteit bloeien en met haar h e t

Corps.

De vraag naar (den bloei van het Corps is dus gericht op

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen