GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1937 - pagina 163

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1937 - pagina 163

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het geweldige in de melodie is nu, dat ze op dezelfde

manier kan ontroeren als een werkelijke aandoening dit

vermag. Immers, de toonbewegingen worden door ons

niet ondergaan als buiten onszelf om. Integendeel, de

melodie is subjectiveerend, d.w.z. we vereenzelvigen ons

met hetgeen we hooren. Als we een herdersfluit of een

viool hooren klagen of verlangen, dan is dat niet iets,

waar we subjectief tegenover gaan staan. Neen, het is,

alsof die wondere melodie uit onszelf opkomt, of de

uiting ervan een actie vanuit ons binnenste is. Wij zijn

het, die verlangend beminnen, wij klagen, wij smeeken.

En als dan de tonen stijgen, steeds hooger, zoo is het,

of wij heuvelen beklimmen. Er rijst iets omhoog in ons.

Onze energie wordt grooter, een grootsch gevoel over-

weldigt ons. Maar wanneer de melodie gaat dalen, dan

zakt ook de spanning. Het licht wordt donkerder, de

energie verzwakt, tot weer het stijgen begint, en onze

ziel zich als met een hemelschen glans voelt omstraald

en juichende opgeheven.

De melodie is de spontane ontboezeming van het kunste-

naarshart. Als ongedwongen uiting kent zij vorm noch

wetten, maar volgt geheel de spanningen van het gevoel.

Geboren uit den drang tot mededeeling is zij de sub-

jectieve, de geheel van binnen uit ontstane, de ongebon-

den opwelling.

Echter, hiernaast openbaart zich in den kunstenaar nog

een andere neiging, de drang tot vorming en ordening,

tot veredeling en verheffing van de loutere gevoelsuiting.

In zijn fantasieën droomt zich de artistieke mensch de

schoone vormen, waarin hij zijn gevoelsuitingen zal

hullen, de kleuren, waarmee hij zijn spontane opwel-

lingen zal bekleeden.

In de muziek vinden we dezen drang in de styleering, in

het aan vaste wetten onder'werpen van de „unendliche"

melodie door harmonie en rhythme. De harmonie is het,

die de vrijheid in de gebondenheid waarborgt, welke

toongebied, toonafstand en schoonen samenklank be-

paalt. „De melodie", zoo schrijft Lotze, „beweegt zich

door haar niet als een vogel, die op- en nederwaarts door

157

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's

Studentenalmanak 1937 - pagina 163

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's