GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1937 - pagina 168

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1937 - pagina 168

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bach beteekent het einde voor de opperheerschappij der

harmonie. Na hem verkrijgt de sterk harmonische bin-

ding iets krampachtigs. De muziek begint haar vrijheid

meer en meer te verliezen. Slechts enkelen gelukt het,

zich hier voor een deel aan te ontworstelen. Eerst Beet-

hoven is de volkomen reactie. Hij leeft in een tijd van

verlichte denkbeelden, nieuwe zienswijzen. Overal

weerklinkt de vlammende oproep „Terug naar de

natuur!" Ook Beethoven wordt door de woorden van

Bousseau aangegrepen. Ook in de muziek terug naar de

natuur. Terug naar het oeroude natuurelement, in häär:

de melodie. Revolutionnair in denken en handelen,

maakt hij zich vrij van de hem knellende banden der

contrapunt. Hij plaatst de melodie, het melodische prin-

cipe op den hoogsten troon en stelt al het overige:

rhythme, harmonie in haar dienst.

Daarmede is hij de subjectieve kunstenaar geworden.

Beethoven gaat geheel in zijn werken op, vereenzelvigt

zich ermee. Zijn composities correspondeeren veeleer

met het gevoel dan met een bepaalde voorstelling. Ze

staan niet objectief voor ons. Integendeel, wij gaan in

hen op, zoo, dat ze als het ware een uiting van ons eigen

gevoel zijn geworden.

Beethoven's symphonieën zijn dichtwerken, een fuga

van Bach is een architectonisch bouwwerk.

Maar beide zijn ze muziek, ontsluiten ons den toegang

tot lichtende verten van schoonheid.

Bach zag de wondere harmonie der schepping, de or-

kaan, de sneeuw, het zachte avondrood. In verbazing

aanschouwde hij de constructieve hechtheid van Gods

werken, de stabiliteit van eeuwige orde en rhythme. In

alles wist hij klank. En hij was geroepen dien den men-

schen te openbaren.

Zoo heeft hij gezongen van droomen en daden, nacht en

dagen, hemel en aarde, zichtbaarheden en onzienlijke

dingen, ongeweten eeuwigheid en lijden vol spannend

leven.

Beethoven voelde het bruisen en woelen der klanken in

zijn ziel, het verlangen te spreken werd ondraaglijk. De

162

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's

Studentenalmanak 1937 - pagina 168

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's