Studentenalmanak 1941 - pagina 207

Ganges de jonge krokodillen kenmerkend was geweest. Dit en

heeft zien dartelen. niets anders had hem bewogen

Doch wij willen ons, zij 't zeer de uien, die men in zulk een loop-

noode, beperken tot een korte baan als de zijne anders in zoo

weergave van de conclusie waar- grooten getale krijgt opgedischt

toe de schrijvers van dit stan- en, op zijn beurt, weer uitdeelt,

daardwerk zijn gekomen. moedig te weren en ze veel meer

Het verwerken van een ontzag- ter plaatse waar eens de juridi-

lijke hoeveelheid materiaal heeft sche collegezaal zou verrijzen, te

de commissie tot 't opstellen van bergen in het diepe der aarde.

eenige hypothesen, inzake de her- Aldus de samenvatting van het

komst van de uienlucht gebracht. betoog der meerderheid.

Zoo dacht men aan de moge- Slechts bij wijze van anecdote,

lijkheid dat wellicht in het grijs is het dat wij hierbij nog ver-

verleden een voorvader hier, uit melden, dat bij deze opvatting

vrees voor Spaansche dwinglan- was gevoegd een minderheids-

dij diep in den grond een bewaar- nota van de keukenprinses uit

plaats voor zijn uien had ge- het Spie, welke op grond van

maakt. „waarneming" (o sancta simpli-

Hiertegen was ontegenzeggelijk citas!) verklaarde dat de uien-

in te brengen, dat indien deze lucht kwam van de uien welke

opvatting juist ware, die uien van eenmaal in de week op z'n minst

toen, thans toch reeds lang hun de magen van omnivore hospitan-

bloem, om niet te zeggen hun ten komen bevolken. Hieruit kan

aroma, zouden hebben afgelegd. men weer deze leering putten, hoe

En dan, het feit van vreemde tenslotte geleerdheid en intellect

overheersching hoefde immers niet voor een ieder is weggelegd.

nog geen reden te zijn tot zulke Zoo iets zal echter geen duit

krasse stappen als het verbergen te kort doen aan onze diepe be-

van uien! Zou men ze toen, gelijk wondering voor de bakers die de

thans, niet veel meer kwistig vervaardigers van dit machtig

hebben uitgedeeld, gelijk ze grif denkepos als wiegekinderen

werden aangenomen, zoodat ze (n.b.) hebben mogen aanschou-

als het ware van mond tot mond wen.

gingen en ieder op de tong la- Een bewondering die tot

gen? Schreiens toe bewogen werd toen

Zoo uiig waren, dat komt er wij de tragische bijzonderheid

nog bij, de dwinglanden niet, ze lazen, waarmede het verslag van

hadden er geen smaak voor. de onvergetelijke commissie ein-

Dit alles tezamen bracht dan digt.

ook de meerderheid der commis- „Toen wij nu", zoo lezen we in

sie tot de uitspraak dat de oor- dl. I, pg, 1349 „na maandenlange

zaak der uienlucht in de V.U. studie over die uienlucht, tot een

veel dieper moest liggen en ner- schroomvallige, nochtans hechte,

gens anders in kon worden ge- wel gefundeerde alsmede onwrik-

zocht worden dan in de princi- bare overtuiging waren gekomen,

pieele uienverachting, die voor waren wij echter zoodanig tot

de stichter dezer gebouwen zoo tranen geroerd dat wij den ar-

199

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen