Studentenalmanak 1946 - pagina 192

Over die toekomst is zeer veel te zeggen. Het aantal plan-

nen is groot. Nimmer heeft het Corps meer mogelijkheden ge-

had zich te ontwikkelen om een wezenlijk centrale positie te

bekleeden in ons studentenleven dan nu. Dit besef moet bij

ons allen leven. Wij hebben onze traditie's, die ongeschonden

zijn gebleven, en wij zijn er trotsch op. Wij hebben een groote

medewerking van Heeren Directeuren, Curatoren en Profes-

soren der Universiteit. Maar zij willen en kunnen uiteraard

slechts steunen. Het initiatief moet van ons komen. En ook

aan deze initiatieven ontbreekt het niet. Wij hebben enthou-

siasme noodig van de Corpsleden zelf, den waren geest het te

bereiken.

Een corps is geen compilatie van strevingen van zijn leden

tot een gemeenschappelijk beleven van den studententijd, maar

de overbloeseming van den geest en geestkracht, die hun naast

hun studie nog overblijft. Dat moet naar voren komen in het

Corps. Dan eerst kunnen wij vergaderingen hebben, waarin

niet een groote stilte heerscht en die slechts in beweging is te

krijgen, wanneer het over al of niet kaal knippen van groenen

gaat. Dan zal er de behoefte komen met elkaar een Corps te

bouwen, dat weet waaruit en hoe het zijn bestaan wil leiden.

Er is heusch genoeg om ons heen om waar te nemen, o.a. het

probleem der anti-these en haar doorbreking, zooals die door

vele Christenen thans wordt geleerd. Het is heusch niet meer

zoo vanzelfsprekend voor velen van ons, dat wij aan een Vrije

Universiteit studeeren. Bovendien heeft het Corps zelf drin-

gend onzen inzet noodig. Wij staan nog steeds voor 't groeiend

nihilistenprobleem, dikwijls is de sociëteit zonder de studen-

tenbezetting, die verwacht mag worden. Wij mogen ons niet

verhelen, dat wij een moeilijken tijd tegemoet gaan, een tijd

van den opbouw van ons Corps, een opbouw, waarbij we fou-

ten van het verleden moeten herstellen en hetgeen wij toen

misten, moeten trachten te verkrijgen.

Wanneer wij zullen slagen het Corps een juisten inhoud te

geven, dan zal de opbouw een goed resultaat geven.

Uw Senaat zal doen wat in zijn vermogen is. Hij staat voor

een moeilijke taak. De steun van ieder Corpslid is daarbij noo-

die. Het werk, dat verricht moet worden is niet alleen zaak

176

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen