Studentenalmanak 1947 - pagina 207
gij de manieren in acht moet nemen. W a n t wie trekt daar nu
toch een hemelsblauw kleed aan als hij in een stalhuis woont!
W i j betuigen U onze hartelijke deelneming met Uwe weinige
levenskennis en Uw zorgvolle omstandigheden. En gesp ons
nu de laarsjes vast en kam ons de haren, want wij gaan naar
een groot bal, dat de koning van dit land hedenavond zal
geven. Hadt gij beter opgelet, zusjelief, dan hadt gij wellicht
ook een kans gemaakt zijn bruid te worden, maar zadel ons
thans de hengsten!"
Vervolgens reden zij heen en hielden zichzelve voor uitermate
wellevend; maar de arme Assepoester zette zichzelve neder in
een van de koetsen en weende daar zo luid en zo lang, dat
het den os en den ezel bang te moede werd. Ten langen leste
sliep zij in van kommer en vermoeienis en toen sprak de ezel
tot den os: „Broeder os, ook ik ben gewend aan veel trappen
en slaag, maar dat dit niets is in vergelijking met het ver-
driet van Assepoester, kan, zelfs een ezel als ik begrijpen.
Thans schijnt het mij toe, dat wel het rechte moment tot
handelen is aangebroken." „Het verblijdt me, broertje, dat
gij het ook zo ziet,' sprak hierop de os' „gij moet daarenboven
niet vergeten, dat Assepoester heden vijftien jaar is gewer-
en dat zij buiten hare familiebetrekkingen ook wel eens
iemand anders zal willen aanschouwen. Ik kan dat duidelijk
aan haar merken, al ben ik ook een os".
Hierop omwikkelden de os en de ezel hun hoeven met wissen
van stro, opdat ze geen gerucht zouden maken, en liepen
behoedzaam naar het rijtuig, dat Assepoester zich tot leger-
stede had gekozen. Toen zij tussen de disselbomen stonden,
spande de os den ezel in en de ezel spande den os in, en zo
reden zij samen de karos het erf op en maakten zich gereed
de grote weg op te gaan.
Toen zij nu voorbij het kippenhok kwamen, fladderden alle
hoenders tegelijk omhoog en lieten elk een witte veer in het
rijtuig vallen, zodat de veren haar als een kostelijke bont-
kraag om de hals vielen.
En toen ze onder de perelaar door reden, liet deze twee
schone peren naar beneden vallen, welke terstond aan haar
191
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1947
Studentenalmanak | 258 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1947
Studentenalmanak | 258 Pagina's