GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1953 - pagina 240

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1953 - pagina 240

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

verval en geheel gedeformeerde kerk, kerk als organisme en als

instituut, de werkelijkheid niet volkomen vatten en dus het slechten

der kerkmuren — uiteraard een zeer werkelijk gebeuren — niet te

weeg zullen brengen.

Dit is de noodzakelijkerwijs wat breed getekende achtergrond van

mijn oecumenische roeping als academicus. De studie is daarbij —

het behoeft geen betoog — niet beslissend. Ik kan een brede oplei-

ding aan de universiteit hebben genoten en door de geest van het

hoger onderwijs geheel onberoerd zijn gelaten. Het is mogelijk dat

ik mij alleen de academische heftigheid van overigens kalme ge-

leerden, of de academische „vrijblijvendheid" heb eigen gemaakt:

ik ben toeschouwer op ende top. Thans sta ik op het punt, in het

maatschappelijk leven op te treden als eenvoudig ambtenaar, voor-

zover de eenvoudige ambtenaren tegenwoordig, nu de referendaris-

sen, administrateurs en adviseurs zich epidemisch vermenigvuldigen,

nog levensvatbaarheid bezitten. Ik ben mogelijk reeds afgestudeerd

en een zakenmens geworden, of verdien een eerlijk stuk brood —

dit behoeft geen tegenstelling te wezen — als directie-secretaris. Ik

ben arts, leraar, archivaris, misschien ook hetzij aankomend, hetzij

aangekomen — dit laatste natuurlijk niet alleen wat lichaams-

gewicht betreft — politicus, lid ener vooruitstrevende of lid van een

conservatieve partij, laten wij hopen uit overtuiging en niet ter

vergroting van de benoemingskansen. Ik ben iemand van enige

beschaving, heb gevoel voor cultuur als het goed is, weet mij

Nederlander, Europeaan, Westerling. Het is twijfelachtig of ik mij

voor en na kind ener „alma mater", voor het leven toebehorend aan

een „civitas academica" zal gevoelen.

Weet ik mij lid van de éne, heilige, algemene, christelijke kerk?

Toon ik mij lid van die éne heilige, algemene, christelijke kerk?

Worstel ik op mijn plaats met mijn talent om haar eenheid en haar

waarheid? Niet op een goedkope manier, maar zó dat het mij wat

kost? Heb ik, niet de waarheid — want dat mag nimmer — heb ik

mijzelf wel eens terwille van groter kerkelijke eenheid verloochend?

Versta ik, wat de eerste stap naar oecumenische toenadering is: de

kunst van de ander te laten uitspreken, de kunst van luisteren? Of

val ik aanstonds in met mijn eigen persoonlijke overtuiging ten

beste te geven; moet ik aanstonds mijn lievelingsdenkbeelden uit-

kwetteren, vóór of tegen een belijdende en die belijdenis hand-

havende dan wel aan het goeddunken harer leden overlatende kerk,

vóór of tegen de Wereldraad van kerken, vóór of tegen isolement,

vóór of tegen kerstening van het leven door christelijke organisatie.

230

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1953

Studentenalmanak | 308 Pagina's

Studentenalmanak 1953 - pagina 240

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1953

Studentenalmanak | 308 Pagina's