Studentenalmanak 1955 - pagina 266

men wederzijds elkanders positie en plaats als gelijkwaardig erkende

en accepteerde.

Veel dank ben ik verschuldigd aan mijn mede-bestuursleden. Met veel

enthousiasme hebben zij mij bijgestaan en veel originele plannen en

ideeën van hun zijde hebben het mij gemakkelijk gemaakt bij in wezen

moeilijke beslissingen, die wij het afgelopen jaar hebben ontmoet.

O m slechts enkele feiten te noemen:

Zo verscheen er van de hand van Uw ab-actis de gestencilde propa-

gandafolders, die bijzonder rijk van inhoud waren, zo kan ik U mede-'

delen, dat er geen achterstallige contributies meer zijn, dankzij het

zeer actieve optreden Vcin Uw quaestrix en komt haar de eer toe als

eerste een kloppende begroting gemaakt te hebben voor het toneelstuk, iets

dat voor dien nog nooit gelukt was. Alleen was het jammer, dat contrac-

tueel bleek, dat de Societas meer droeg dan alleen het begrotingsrisico.

Zo berustte de orgjinisatie van de opvoering van het toneelstuk ,,Our

Town" bij de assessor Ia en arrangeerde de assessor IIus zowel het

gamelan-gezelschap als het poppen-theater ,,In de vroeden Zotscap".

Dames en Heren, zo bleef mij nog slechts het coördineren van deze

activiteiten, alsmede de vertegenwoordigingen naar buiten over. ;

Betekent het voor sommigen van mijn medebestuursleden slechts

een verplaatsing van hun activiteiten naar andere gebieden van het

studentenleven, voor mij is dit afscheid een terugtreden in de grote

kring van toeschouwers, die ons met enige goedwillendheid het afge-

lopen jaar critiseerden.

Geplaatst in de kring van oud-praesides der S.A.U.L. zal 'k naar mijn

vermogen met raad en daad het nieuwe bestuur bijstaan.

Nu aan het einde gekomen zijnde van mijn jasirrede, zien we nog een

ogenblik terug op alles wat achter ons ligt. In mijn troonrede, nu een

jaar geleden uitgesproken, noemde ik u het beeld van een reiziger,

die wandelend door de wereld trok. In dat beeld sprak ik ook van een

berg, waarover de weg van die man voerde en ik bracht u op het

denkbeeld, dat die man pas kan zien wat er achter die berg is, wanneer

hij op de top ervan staat. Nu, dames en heren, de top hebben wij

thans weer bereikt en wat zien wij: Een nieuwe berg. Maar daarvan

zal mijn opvolger u in zijn troonrede verhalen.

Het afgelopen jaar waren wij uw gidsen, anderen zullen thans onze

taak overnemen en wij hopen dat u met evenveel vertrouwen hen

zult volgen, als u het ons deed en daarom ook mag ik eindigen met

het aloude:

VIVAT, CRESCAT E T F L O R E A T SOCIETAS NOSTRA. '

238

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen