Studentenalmanak 1965 - pagina 144
Over dit laatste vrij vage begrip schrijft prof. Dr. Böttcher in Universi-
teit en Hogeschool jrg 8 no 5 het volgende:
„van de akademicus wordt niet in de eerste plaats verlangd dat hij
over veel feiten kennis beschikt, doch dat hij zich van de feitenmassa
kan distanciëren, de kern van een probleem kan doorzien en het ge-
zonde verstand kan laten prevaleren boven boekenwijsheid.
En bovenal dat hij kan organiseren en leiding geven, dat hij zelfstandig
kan optreden en met anderen samenwerken, dat hij zich behoorlijk
mondeling en schriftelijk weet uit te drukken en over een zekere mate
van „savoir vivre" beschikt; dit alles eigenschappen die te maken heb-
ben met de ontwikkeling en ontplooiing van de persoonlijkheid en die
men met anderen en het best in organisatorische functies tijdens de
studententijd kan verwerven.
( . . . . ) Aangezien het nederlandse onderwijsstelsel van laag tot hoog
in de praktijk neerkomt op zeer veel onderwijs en zeer weinig education
moet de student maar zien dat hij ondanks de eenzijdigheid van de
Universitaire vorming, opgroeit tot een volwaardig akademicus. Eén
der voornaamste voorwaarden hiervoor is dat de student in de stad
van zijn studie moet kunnen wonen en deelnemen aan wat men het
studentenleven pleegt te noemen", aldus Prof. Böttcher.
Over de wijze waarop de studentenverenigingen hun taak te dezen
dienen te vervullen bestaat echter, ook binnen ons corps nogal ver-
schil van mening. Het corpslid staat echter over het algemeen te zeer
buiten deze problemen. Dat men op de dit voorjaar gehouden senioren-
conferentie niet verder is gekomen dan het stellen van het probleem,
mag in dit geval tekenend worden genoemd. De mogelijkheid tot snelle
meningsvorming hier over is door de Senaat bij zijn voorbereidingen
ernstig overschat. Het mag dan ook een hybris heten dat de Senaat
de hoop uitsprak aan de hand van het besprokene een lijn te kunnen
uitstippelen voor de toekomst. Het verdient wellicht aanbeveling werk-
groepen in te stellen bestaande uit overwegende 3e tot 4e jaars die zich
met deze zaken zouden moeten bezig houden.
In de opvatting van de oude corpora, waaraan o.m. het plan Konijnen-
belt refereert, werd de nadruk gelegd op het isolement. Kenmerkend
is het luchtige, niet functionele van de spelvormen binnen de zeer ge-
sloten gemeenschap die zich bewust buiten de maatschappij stelt.
Het gaat primair om de stilering van een levenshouding, niet om het
144
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Studentenalmanak | 400 Pagina's
![Studentenalmanak 1965 - pagina 144](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1965/1965/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Studentenalmanak | 400 Pagina's